Terug

Healthy Hillegom wisselt kennis uit met grote broer

2 februari 2021

Healthy Hillegom is een netwerk dat samen met de gemeenschap verandering teweeg wil brengen door de gezonde keuze makkelijker te maken. Het nog jonge netwerk heeft zich al veel in de kijker gespeeld door de manier waarop het akkoorden samenvoegt, betrokkenheid creëert van verenigingen, bedrijven én Hillegommers zelf en gebruik maakt van bestaande praktijkkennis van andere regionetwerken, bijvoorbeeld via een kennisvoucher.

Community en betrokkenheid
Daan Warmerdam, oprichter van The Pando Network en initiatiefnemer van Healthy Hillegom: ‘We zetten ons in om bewoners te bereiken en ze actief te betrekken bij de veranderingen die nodig zijn om Hillegom tot de gezondste gemeente van Nederland te maken. We communiceren helder, we bouwen een community en we liften mee op de energie die er bij lokale partners al is. We zijn verrast om te zien dat Hillegommers zich inmiddels zelf als vrijwilliger melden om mee te werken aan de missie van Healthy Hillegom..’

Van professional tot professional
Om als netwerk verder te komen en te leren van een ervaren netwerk als HANNN, (Healthy Ageing Network Northern Netherlands) hebben we via een kennisvoucher een aantal interessante een-op-een-sessies georganiseerd. We bespraken thema’s als hoe bouw je een netwerk, hoe zorg je voor gedragsverandering, hoe creëer je een gezond verdienmodel, wat kunnen we van elkaar leren en we willen graag, als Corona dat toe laat, een kijkje nemen bij hun project De Gezonde Huiskamer.

Deze manier van kennis uitwisselen is zeer prettig. Je kunt gericht praten en verdieping creëren. De HANNN is onze grote broer, het netwerk is al zeven jaar bezig. Het is niet ondenkbaar dat het ook voor hen best leerzaam was; we merkten dat we een tegengestelde beweging maken. Zij van regionaal naar lokaal en wij zijn klein begonnen en hebben plannen om ons gebied te vergroten.

Eigenaarschap
We willen dat uiteindelijk alle Hillegommers door Healthy Hillegom weten waar ze in hun gemeenschap gezonde keuzes kunnen maken en bestaande initiatieven kunnen versterken, want er gebeuren al veel mooie dingen. Ik denk dat een goede structuur bouwen noodzakelijk is om vrijheid te creëren. Om het programma een duurzaam karakter te geven, moet het eigenaarschap uiteindelijk bij de inwoners zelf liggen. Daarom werken wij met gerichte campagnes, zowel online als offline. Als andere netwerken meer willen weten over onze kennis over dit campagne-element, (B2C) dan staan wij uiteraard open voor kennisuitwisseling via een voucher.’

Van professional tot professional

Een duw in de rug nodig van een ander netwerk? Maak gebruik van een kennisvoucher.

Terug

Kennisvoucher Positieve Gezondheid in het onderwijs – Utrecht Vitaliteitslab

2 november 2020

Wat is voor jou belangrijk en hoe ervaar je het op dit moment? In het Vitaliteitslab beleef, ervaar en bespreek je dat op een interactieve manier. In Stadion Galgenwaard is een Vitaliteitslab ontwikkeld, in opdracht van het ROC Midden-Nederland, in samenwerking met iPH en de Gemeente Utrecht.

Het Vitaliteitslab is een fysieke ruimte waar o.a. studenten, docenten en partners samenkomen om kennis te maken met de methode Positieve Gezondheid en op een interactieve manier de 6 dimensies van Positieve Gezondheid beleven. Per dimensie is een spel ontwikkeld om deelnemers op een andere manier te prikkelen.
Het doel van het Vitaliteitslab en de spellen is om op interactieve wijze kennis te maken met de verschillende dimensies van Positieve Gezondheid en bewustzijn te creëren over wat het concept van Positieve Gezondheid voor de deelnemer kan betekenen.

Het Vitaliteitslab bestaat uit twee ruimtes. Een plenaire ruimte voor lessen, workshops en interventies. In de tweede ruimte bevinden zich de spellen. Naast het fysieke lab is ook een mobiel vitaliteitslab ontwikkeld. Een grote bakfiets met innovatieve werkvormen om zelf aan de slag te gaan met Positieve Gezondheid. Het concept Positieve Gezondheid kan zo letterlijk naar scholen, buurt- en zorgcentra worden gebracht. Het Vitaliteitslab en het Mobiele vitaliteitslab zijn tot nu toe de enige twee toepassingen waarin op deze interactieve manier kan worden kennisgemaakt en gewerkt met Positieve Gezondheid.

Opening Vitaliteitslab ROC Midden Nederland

Voor wie?

Een (mobiel) vitaliteitslab komt het beste tot z’n recht in een omgeving die makkelijk toegankelijk en bereikbaar is. Het zou op elk niveau kunnen worden geïmplementeerd, maar het leent zich het best op nano, micro en meso niveau.

Aanvragen kennisvoucher

Wil jij op een innovatieve manier aan de slag met Positieve Gezondheid? Vraag dan een kennisvoucher aan bij dit voorbeeld.

Keuzedeel Positieve gezondheid in de praktijk

Contact

Meer weten over dit voorbeeld? Neem dan contact op met Roland Robijn via r.robijn@rocmn.nl.

KENNISVOUCHER AANVRAGEN

Vraag een Kennisvoucher aan bij dit voorbeeld.


Adviseur Positieve Gezondheid
Netwerkadviseur & regiocoördinator

Terug

Kennisvoucher Positieve Gezondheid in de regio en in de wijk – Alliantie Positieve Gezondheid Zuid Holland Noord en Wijzer in de Wijk

De Alliantie Positieve Gezondheid Zuid Holland Noord is sinds 2016 een vervolg op de inzet van Positieve Gezondheid. De Regionale handreiking gezondheidsbeleid voor 18 gemeenten in regio Hollands Midden is ontwikkeld en het inspiratiecongres Samen aan de slag met Positieve Gezondheid. De Alliantie is gestart in 2020 en maakt gebruik van leerateliers (via Werkplaats Sociaal Domein Leiden & Den Haag), werkt aan  een plan om te volgen of ze op de goede weg zijn en zet Positieve Gezondheid in tijdens gesprekken met inwoners, o.a. via gecertificeerde trainers Positieve Gezondheid in de regio.

Wijzer in de Wijk is een ZonMw-project uit het programma Effectief aan de slag met preventie in je gemeente, is gestart in 2018 en loopt tot 2022. Vernieuwend is de vertaling van cijfers, het verhaal van de wijk naar prioriteiten en aanpakken (fase 1). Ook het monitor- en evaluatieplan (fase 2) is vernieuwend dankzij een co-creatieve aanpak met lokale procesbegeleiders (gemeenteambtenaren) in de wijken. Eerste resultaten zijn factsheets per wijk (fase 1) en wijkprofielen voor alle wijken in regio Hollands Midden (fase 2) vanuit een brede blik op gezondheid.

Met Positieve Gezondheid als onderlegger wordt er op verschillende niveaus gewerkt aan een bredere blik op gezondheid in de regio en in de wijk. Er wordt onderscheid gemaakt tussen nano (reflectieinstrument), micro (aanjager van verandering), meso (kader voor samenwerking over en tussen domeinen in wijken en gemeenten) en macro (bijdrage aan regionale cultuuromslag van ziekte en zorg naar gedrag en gezondheid).

De Alliantie is uniek omdat er in de regio samen met inwoners en relevante stakeholders, inclusief regionale verzekeraar Zorg en Zekerheid, stappen worden gezet. Inzichten uit Wijzer in de Wijk en andere vernieuwende projecten zoals de pilot ‘Positief gezondheidsgesprek in minimapolis’ worden meegenomen in de Alliantie. Steeds meer stakeholders in de regio willen zich  aansluiten bij de ambitie richting 2030. Werkende elementen van de Alliantie zijn: lange adem, respect voor ieders rol en taak, gedeelde waarden van de kernpartners van de Alliantie en slim gebruik maken van netwerken in de regio. Werkende elementen van Wijzer in de Wijk: kiezen voor vier centrale vragen in de drie wijken, monitor- en evaluatieplannen per wijk en willen leren van elkaars verschillen. Reos en GGD Hollands Midden trekken samen op met de Alliantie.

 

Voor wie?

De Alliantie werkt op alle niveaus. Het is interessant voor inwoners, beroepskrachten, beleidsmakers en bestuurders. Wijzer in de Wijk werkt vooral op meso-niveau, voor beleidsmakers en hun bestuurders, en daarbij zijn natuurlijk ook inwoners en beroepskrachten betrokken.

Kennisvoucher aanvragen

Vraag een kennisvoucher aan, als je wil beginnen met een regionale aanpak en je weet nog niet hoe! Ook voor inzet van hogescholen, inclusief studenten en het inzetten van data vanuit een brede blik, en duiding.

Contact

Meer weten over dit voorbeeld? Neem dan contact op met Ellen van Steekelenburg via evansteekelenburg@ggdhm.nl.

KENNISVOUCHER AANVRAGEN

Vraag een Kennisvoucher aan bij dit voorbeeld.


Adviseur Positieve Gezondheid
Netwerkadviseur & regiocoördinator

Terug

Kennisvoucher Positieve Gezondheid in beleid, praktijk, onderzoek & onderwijs – Chantal Walg

De afgelopen 10 jaar is er vanuit Noordelijke Maasvallei gewerkt vanuit en aan Positieve Gezondheid. Het netwerk wil een beweging op gang brengen waarbij alle betrokken partijen en personen in de regio denken én werken vanuit positieve gezondheid. In 2012 is Chantal Walg bij Syntein in de Noordelijke Maasvallei het allereerste netwerk Positieve Gezondheid gestart samen met Machteld Huber en o.a. Hans Peter Jung.

Chantal stond 4,5 jaar aan het roer en schreef toen ook het boek ‘Gezond centraal Opschudding in de gezondheidszorg’, waarin anders denken, vanuit de mens, wordt beschreven in plaats van vanuit het systeem. En waarin Positieve Gezondheid uitgangspunt is bij gezondheid in plaats van ziekte. Het succes van dit gedachtegoed resulteerde in het bedrijf Anders gezond. In september 2020 ontstond het idee dat als we de andere kijk echt verder willen brengen in onze samenleving, we idealiter al aan onze kinderen uitleggen wat de andere kijk op gezondheid is. Het boek ‘Anders op zoek naar gezondheid’ is het resultaat.

Chantal Walg werkt sinds 2012 volledig aan de transformatie in de gezondheidszorg in de vorm van de beweging van ziekte & zorg naar gezondheid & gedrag en uiteindelijk naar mens & maatschappij. Haar droom is dat niet ziektezorg, maar echte gezondheidszorg wordt gerealiseerd. Chantal draagt sinds jaren zowel in beleid, in de praktijk als in het onderwijs bij met inspiratie-, waarden-, werk- en samenwerksessies. Daarvoor gebruikt ze als verbindende factor waarderend interveniëren, oplossingsgericht werken, creatief denken, deep democracy en storytelling als methoden en tools waaronder workshops, challenges en verschillende communicatiemiddelen.

In verschillende rollen is of was zij betrokken bij de volgende initiatieven:

  • Noordelijke Maasvallei (netwerk opzetten, voeden, ontwikkelen workshop, folder, poster, website)
  • Proscoop (intern en extern procesbegeleider, spreker, trainer, tourleider)
  • GGD Gooi & Vechtstreek (sparringpartner, ontwikkelaar, organisatie koplopersbijeenkomsten)
  • Medisch Spectrum Meppel (beleidsdagen bij start centrum)
  • Respons/de Driesprong Hengelo (inspiratie- en werksessies, wachtkamerideeën)
  • Twente Gezond (routekaart)
  • Positief Gezond IJsselland (startsessies)
  • Wel-Flevoland (leergang Positieve Gezondheid inspiratiesessies)

Voor wie?

Chantal haar ervaring ligt in het begeleiden en trainen van inwoners, studenten, welzijnswerkers, zorgprofessionals, beleidsmakers, managers en bestuurders in de nulde tot en met de derde lijn.

Kennisvoucher aanvragen

Vraag een kennisvoucher aan als je begeleid wil worden in het proces van anders denken en doen en mee wil doen in de beweging vanuit de andere kijk op gezondheid waarbij de mens centraal staat.

Contact

Meer weten over dit voorbeeld? Neem dan contact op met Chantal Walg via Chantal@andersgezond.nu.

 

Anders Gezond

 

Adviseur Positieve Gezondheid
Netwerkadviseur & regiocoördinator

KENNISVOUCHER AANVRAGEN

Vraag een Kennisvoucher aan bij dit voorbeeld.

Terug

Sociale basisinfrastructuur: voor vitale en gezonde gemeenschappen

1 september 2020

Bewoners willen steeds vaker zelf een bijdrage leveren aan gezondheid in hun buurt, dorp of wijk. In veel wijken zijn bewonersinitiatieven, sociaal ondernemers, professionals, gemeenten en zorgverzekeraars al bezig met het organiseren ‘van onderop’, iedereen vanuit zijn eigen perspectief.

De vraag is echter hoe we hiervan een samenhangend geheel kunnen maken. Dit traject gaat over het samen organiseren van een zogenaamde Sociale Basisinfrastructuur. Dit is het geheel aan informele en formele diensten, fysieke, ICT- of eHealthvoorzieningen, ontmoetingsplekken, verbindingspersonen, netwerken en afspraken in de directe leefomgeving van mensen.

Met een schets van de randvoorwaarden en 21 essentiële bouwstenen voor een inclusieve samenwerking, bieden we professionals én bewoners handelingsperspectief op de vraag: hoe doen we dat dan? Want het kan. Het mag. En het gebeurt.

De bijbehorende praktijkvoorbeelden spreken boekdelen. Van wijkinformatiepunten in Utrecht en een Digitaal Wijkfonds in Amsterdam tot buurtwerkkamers in Groningen en wijkverbinders in Blokker. Ze laten zien dat lokale samenwerking inclusief is en burgers zich herkennen in een uitkomst waarin zij zeggenschap ervaren en bereid zijn deel te nemen.

Lees boekje

Heb je binnenkort een werksessie over een sociale basisinfrastructuur? Wil je zelf aan de slag met de bouwstenen in je eigen dorp, buurt of wijk? Behoefte aan het kwaliteitskader sociale basisinfrastructuur? Of wil je de (losse) tekeningen met bouwstenen digitaal gebruiken?

Je kunt de materialen hier downloaden:

Dit boekje komt voort uit het traject ‘Gezondheid in de buurt’ van Dialoog Gemeenschapskracht, GezondNL en Alles is Gezondheid, waarin bewoners, ondernemers en professionals op het gebied van gezondheid hun kennis en ervaringen delen. PS: de inhoud bouwt voort op de brochure ‘Samen recht doen aan gemeenschapskracht’, zie www.dialooggemeenschapskracht.nl.

Meer weten? Neem contact op met Margriet de Jager (Alles is Gezondheid) via info@allesisgezondheid.nl of Anja van der Aa (GezondNL en SAMEN030) via info@gezondnl.nl.

Met dank aan: Nederland Zorgt Voor Elkaar (NLZVE), LSA bewonersPLYGRND.city, Health~Holland, Samen lukt het zelf, SAMEN030.

 

Gezondheid in de buurt

Hoe kunnen wijk, school, werk, zorg en de regio samen stappen zetten naar gezondere inwoners en vitale wijken?

Hoe verbinden we systeem- en leefwereld?

Anja van der Aa vertelt hoe de coöperatie zelfzorg, mantelzorg en vrijwilligerswerk enerzijds en anderzijds eerstelijn en Wmo verbindt.

 

Terug

Gezond Gesprek met Myrthe van Til: Voorlichten van kinderen met corona-prentenboek

8 april 2020

De preventieve maatregelen zijn ingevoerd voor onze veiligheid en om onszelf gezond te houden. Ook om daarmee de zorgsector niet meer te belasten. Kinderen zitten thuis in plaats van op school, dus ze merken heel goed dat er wat anders is.

Myrthe van Til van Samenwijzer Duin & Bollenstreek merkte dat voor haar jongste dochter (5) de uitleg van het Jeugdjournaal over corona net iets te ingewikkeld was. Ze schetste een prentenboek om het voor de jongste kinderen uit te leggen. Karen van Ruiten las het boek met haar dochtertjes van 4 en 7 jaar en stelde Myrthe digitaal een aantal vragen.

Wat een mooi initiatief, hoe ben je op het idee gekomen om een prentenboek te maken over het corona-virus?

‘Als moeder van twee meisjes, Floor van 7 en Puck van 5, ontdekte ik dat er voldoende informatie beschikbaar is voor kinderen vanaf een jaar of 7. Floor kon zelf op zoek gaan naar informatie over corona via ‘de Buitendienst’ en ‘het Jeugdjournaal’. Ook keek ze meerdere keren deze afleveringen om grip te krijgen op wat er gaande was. Voor Puck merkte ik dat er te weinig informatie was over corona, terwijl ook zij daar behoefte aan had. Dat was voor mij reden om zelf informatie te verzamelen en die op een laagdrempelige manier en in verhaalvorm uit te werken.’

Waarom is het denk je zo belangrijk om kinderen hierover voor te lichten?

‘Ondanks dat kinderen nog jong zijn, hebben ze heel goed door dat het anders gaat. Scholen en kinderopvangcentra zijn dicht. Papa en mama werken ineens thuis. We mogen niet meer naar het strand en de bossen, etc. Daarnaast vragen we van ze om vaker hun handen te wassen en te hoesten en te niezen in hun elleboog. Om ervoor te zorgen dat ze ook het waarom erachter gaan begrijpen zonder te angstig te worden is het goed om ze op een laagdrempelige manier te informeren en het gesprek met ze aan te gaan.’

Je ziet dat kinderen – net als volwassenen – heel verschillend met deze crisissituatie omgaan, afhankelijk van leeftijd en karakter. Je wil ze ook niet bang maken, hoe kijk je daarnaar?

‘Het is ontzettend belangrijk om kinderen niet angstig te maken. Ik heb er daarom ook voor gekozen om dit in het prentenboekje te benoemen. In het boekje leg ik uit dat je als kind eigenlijk alleen maar verkouden kan worden van het virus en dat het virus – als we ons aan de regels houden – ook weer voorbijgaat. Daarnaast is het denk ik belangrijk om kinderen te behoeden voor informatie over het aantal zieken en overledenen. Hou je juist bij (jonge) kinderen bij de neutrale feiten en belast ze niet met dingen die ze (onbewust) angstig zouden kunnen maken.’

‘Eet gezond’ en ‘knuffelen mag wel in huis’ vind ik hele mooie beelden. Heb je nog andere tips voor ouders in deze combinaties van werken en thuisonderwijs geven?

‘Zeker. Maak samen met je kinderen een planning, waarin je rekening houdt met momenten waarop je zelf ook moet werken. Maar probeer hier ook niet te strak aan vast te houden. De situatie waar we ons in bevinden is een unieke situatie. Het is een situatie waarin er juist – meer dan anders – ook ruimte is om verbinding met elkaar aan te gaan en aandacht te geven aan sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen. De meeste ouders zijn daarnaast ook niet opgeleid om les te geven en/of te onderwijzen. Als ouders hoef je dan ook echt niet van jezelf te verwachten dat je je kind onderwijs kan geven zoals dat op school gebeurt. Denk vooral ook na welke leuke en fijne herinneringen jouw kinderen mogen overhouden aan deze situatie.’

Het is in deze tijden van het coronavirus en thuis werken, met of zonder kinderen, een uitdaging om rust, regelmaat en balans te behouden. Jij maakte daarnaast ook een prentenboek. Hoe heeft het maken van dit prentenboek daar invloed op gehad?

‘Ik heb het prentenboek gemaakt op de momenten dat ik niet aan het werk was. De vrije momenten. Om tot het prentenboek te komen heb ik ook afleveringen van ‘Huisje, boompje, beestje’, ‘de Buitendienst’ en ‘het Jeugdjournaal’ teruggekeken. Dat kon ik heel goed doen samen met mijn kinderen. De tekeningen maakte ik, op de momenten dat ik beneden was om de kinderen te helpen met hun schoolwerk of in de avonduren als ze al lekker lagen te slapen.’

Waar is het boekje te verkrijgen?

‘Via de site prentenboekovercorona.nl is het boekje voor € 1,99 euro als e-reader te bestellen. Van het boekje gaat er een euro, de helft van de opbrengst, naar het Rode Kruis en naar de Voedselbank. De keuze om de helft van de opbrengst te doneren komt voort uit het feit dat ik op mijn eigen wijze een steentje wil bijdragen aan het werk dat ze op dit moment verzetten. Zo kunnen ze hun werk blijven voortzetten in de bestrijding van het coronavirus en de armoede die erdoor ontstaat.’

E-book

Klik hier voor informatie over het prentenboek over corona.

Terug

Gezonde taal in de praktijk: lesbrieven gezonde taal beschikbaar maken voor anderstaligen

2 januari 2020

Interview met: Ellen Visser
Senior projectleider bij Taal Doet Meer

De Utrechtse taalorganisatie Taal Doet Meer zorgt er al dertig jaar voor dat anderstalige bewoners van de Domstad kunnen meedoen aan de samenleving. Ruim vijf jaar geleden ontstond vanuit taalgroepen de behoefte om met gezondheidsthema’s aan de slag te gaan. Taal Doet Meer ontwikkelde daarom de lesbrieven Gezonde Taal. De uitdaging is nu om daar zoveel mogelijk anderstaligen hun voordeel mee te laten doen.

‘Hoe maak je een afspraak bij de huisarts?’, ‘Hoe leg je uit waar je pijn hebt?’ Het zijn gezondheidsvragen die anderstaligen vaak hebben. Ellen Visser: “Daarom zijn we in 2014 gestart met Gezonde Taal. Met dit lesmateriaal helpen we taalcursisten bij het verbeteren van taal- en gezondheidsvaardigheden.”

Landelijke uitrol

Om zoveel mogelijk anderstaligen de kans te geven met de lesbrieven te werken, zorgde Taal Doet Meer in samenwerking met onder andere Het Begint met Taal voor een landelijke uitrol. Het materiaal is voor iedereen te bestellen via Van Dale. Tegelijkertijd wilden Utrechtse organisaties als U Centraal, Inaya Zorg en Steunpunt GGZ zelfstandig met de lesbrieven werken. Ellen: “Onze professionals hebben vrijwilligers van die organisaties getraind, zodat ze Gezonde Taal binnen hun eigen taalgroepen kunnen gebruiken.”

Zelforganisaties

Om het gebruik van de lesbrieven nog verder de te vergroten, ging Taal Doet Meer samen met sleutelfiguren, buurtteams en sociaal makelaars op zoek naar groepen anderstaligen die al binnen zelforganisaties bij elkaar komen. Denk bijvoorbeeld aan een vrouwengroep in een buurthuis in Lunetten of een mannengroep in de bibliotheek. Ellen: “We bieden aan dat onze vrijwilligers tien keer bij zo’n groep langskomen om op een laagdrempelige manier over gezondheid in gesprek te gaan. Dat aanbod slaat bijna niemand af, want over gezondheidsonderwerpen wil iedereen wel praten. Vraag je ze daarentegen of ze naar taalles willen, dan blijkt de drempel vaak te hoog. Deze lesbrieven zijn daarom de ideale ingang om met anderstaligen in gesprek te raken. De stap naar taalles blijkt daarna een stuk makkelijker.”

“Vraag je of ze taalles willen, dan blijkt de drempel vaak te hoog. Maar over gezondheidsonderwerpen wil iedereen wel praten”

Goede voorbereiding

Omdat het taalniveau in deze groepen vaak laag is, is het belangrijk dat de vrijwilligers goed zijn voorbereid. Daar steekt Taal Doet Meer veel tijd in. Ellen: “De vrijwilligers volgen een workshop en de projectmedewerker en taalconsulent doen een uitgebreide intake. We bepalen per deelnemer het taalniveau en ondersteunen de vrijwilligers waar mogelijk. Dat is nodig, want sommigen hebben bijna wekelijks vragen over hoe ze het best met een situatie om kunnen gaan. Daarnaast hebben we in deze groepen niet altijd grip op aanwezigheid en participatie. We maken daarom duidelijke afspraken over verwachtingen, richting de deelnemers en de vrijwilligers.”

“Deelnemers bellen nu zelf naar de apotheek om medicijnen te bestellen”

Resultaten

Het resultaat van alle inzet mag er zijn. In 2018 waren er 146 mensen die via Taal Doet Meer meededen aan Gezonde Taal. Via andere organisaties bereikte ze 110 anderstaligen met de lesbrieven. Deelnemers geven aan dat ze meer zelfvertrouwen hebben, meer bewegen en zelf naar de apotheek bellen om medicijnen te bestellen. Daarnaast zetten in 2019 al 32 mensen die vanuit zelforganisaties met taal in contact kwamen, de stap naar taalcoaching van Taal Doet Meer. Ellen: “Een ontwikkeling waar we alleen maar enorm trots op kunnen zijn.”

Wil je meer informatie over de lesbrieven Gezonde Taal? Ga dan naar https://www.taaldoetmeer.nl/wat-doen-we/activiteiten-volwassenen/taal-gezondheid/. Organisaties buiten Utrecht kunnen terecht bij https://www.hetbegintmettaal.nl/gezonde-taal/.

Gezondheid en Geletterdheid

Samen met het netwerk zetten we volop in op aanpak van laaggeletterdheid

Terug

De aanpak Voel je goed! helpt met taal in Nijmegen

Hoe kunnen we laagopgeleide inwoners van Nijmegen die moeite hebben met taal en het verwerken van informatie, helpen bij het vergroten van hun gezondheidsvaardigheden? Die vraag stelden Lisanne Veraart en José Keetelaar zichzelf, als Taalcoördinator Rijk van Nijmegen bij Gemeente Nijmegen & Projectleider laaggeletterdheid & gezondheidsvaardigheden bij GGD Gelderland-Zuid. De aanpak Voel je goed! bood uitkomst. Samenwerkingen met Werkbedrijf Rijk van Nijmegen en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) maakten van het idee een succesvol initiatief.

Voel je goed! is een aanpak waarmee laaggeletterde volwassenen die willen werken aan gezond gewicht hun gezondheid kunnen verbeteren. Deelnemers gaan naar een diëtist voor eet- en beweegadviezen. Daarnaast volgen ze taalgerichte praktijklessen om informatie beter te leren begrijpen. Omdat Lisanne en José wisten dat veel Nijmegenaren daar baat bij zouden hebben, sloegen ze de handen ineen. Lisanne: “We organiseerden een bijeenkomst met belangrijke spelers uit ons netwerk. Iedereen zag de meerwaarde van Voel je goed! in. Helaas verliep het daarna minder snel dan wij wilden.” Dat kwam voornamelijk omdat ze zelf geen contact hadden met de doelgroep, waardoor ze afhankelijk waren van anderen. José: “Ieders agenda zat zo vol, dat ze geen tijd hadden voor nog een project erbij. Daar kwam bij dat we niet de financiële middelen hadden om hen te ondersteunen.” Gelukkig lieten de dames zich daardoor niet uit het veld slaan.

“Het zelfvertrouwen van deelnemers groeit zichtbaar”

Vrijwilligers en deelnemers werven

Bij de HAN wierven ze twee stagiaires Voeding en Diëtiek die de groep konden begeleiden. Het initiatief werd niet door iedereen goed ontvangen. Lisanne: “We kregen reacties als ‘ze missen levenservaring’ en ‘ze hebben geen idee waar de doelgroep doorheen gaat’. Maar wij hadden er zoveel vertrouwen in, dat we door hebben gezet.” De vrijwilligers waren dus een feit. Nu de deelnemers nog. José: “We hadden verwacht dat we via ons netwerk binnen de kortste keren een groep vol zouden hebben, maar dat viel tegen. Een van de redenen daarvoor was het aantal bijeenkomsten. Veel professionals dachten dat twintig lessen veel te veel was.” Gelukkig zijn er altijd meer wegen die naar Rome leiden. Lisanne: “We namen contact op met Werkbedrijf Rijk van Nijmegen, omdat onze doelgroep zich daar ook bevindt. We werden met open armen ontvangen.”

Maatschappelijke betrokkenheid

Voel je goed! was voor het werkbedrijf een invulling van hun maatschappelijke betrokkenheid. Die kans grepen ze met beide handen aan. José: “Ze stelden een ruimte beschikbaar en lieten werknemers de lessen onder werktijd volgen. Binnen de kortste keren ontstond een wachtlijst van mensen die mee wilden doen.” De reacties van deelnemers op de lessen waren ontzettend positief. Lisanne: “Het zelfvertrouwen groeide zichtbaar. Ook maakten ze gezondere keuzes in de kantine en ontstond er sociale verbinding omdat ze in de pauzes samen buiten gingen wandelen.”

“Niemand wilde na twintig lessen stoppen”

Resultaten

Dat de lessen bij de eerste groep werden gegeven door stagiaires Voeding en Diëtiek bleek geen enkel probleem. Sterker nog: ze hadden inhoudelijk meer kennis dan welke vrijwilliger ook. En binnen twee lessen was de band tussen hen en de groep zo goed dat ze ook buiten de bijeenkomsten om contact hadden. En waren twintig lessen te veel? Lisanne: “Absoluut niet. Deelnemers wilden helemaal niet stoppen.”

Gezondheid en Geletterdheid

Samen met het netwerk zetten we volop in op aanpak van laaggeletterdheid.

Terug

Praktijkvoorbeeld: Samen met de JGZ op weg naar een geletterde generatie

Interview met Astrid Roest, Coördinator logopedie bij GGD Zaanstreek Waterland.

Begin 2018 kreeg de GGD Zaanstreek Waterland de vraag of ze mee wilde werken aan de pilot ‘Op weg naar een geletterde generatie’ van het Nederlands Centrum voor Jeugdgezondheid, Stichting Lezen en Schrijven en Stichting Lezen. Met een lokale bevolking waarvan zo’n zestien procent laaggeletterd is, wist coördinator logopedie Astrid Roest direct dat ze deze kans moesten grijpen.

Binnen de pilot wordt onderzocht hoe vroegsignalering van laaggeletterdheid bij ouders en de aanpak van laaggeletterdheid bij ouders én kinderen ingebed kan worden in de werkwijze van de Jeugdgezondheid (JGZ). Om daar antwoord op te kunnen geven, stelden Astrid en de projectleider een projectteam samen waarin jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, pedagogen, logopedisten en een adviseur gezondheidsbevordering vertegenwoordigd waren. Astrid: “Om verandering te kunnen realiseren is het belangrijk dat je kennis uit het hele systeem benut en een breed draagvlak hebt.”

Ogen openen

De eerste uitdaging was professionals laten inzien dat ook zij laaggeletterden tegenover zich hebben. Astrid: “We ontdekten dat veel professionals ervan uitgaan dat iemand met een mbo-niveau niet laaggeletterd kan zijn. Of ze vergeten dat iemand die geletterd van school komt laaggeletterd kan worden als hij nauwelijks meer leest of schrijft. Daarom boden we de e-learning van Taal voor het Leven aan. Eerst vrijblijvend en later verplicht. Ook maakten we op intranet een map over laaggeletterdheid aan, zodat de benodigde informatie op één plek vindbaar is voor collega’s.” 

Scholing

Daarnaast was laaggeletterdheid onderdeel van vijf scholingen voor JGZ-professionals. De laatste sessie was een bijeenkomst met taalambassadeurs. Astrid: “Het persoonlijke verhaal van deze mensen maakte enorm veel indruk. Achteraf gezien hadden we hen er veel eerder in het traject bij moeten betrekken. Hun eerlijkheid opende bij iedereen de ogen: hier moeten we wat mee.”

“Veel professionals gaan ervan uit dat iemand met een mbo-niveau niet laaggeletterd kan zijn”

Tools

Door het taboe dat op laaggeletterdheid rust, vonden JGZ-professionals het wel lastig om het onderwerp tijdens gesprekken aan te kaarten. Om hen daarbij te ondersteunen, ontwikkelde het projectteam verschillende tools. Astrid: “We produceerden met input van ABC-taalambassadeurs het filmpje ‘Leer lezen en schrijven voor een mooie toekomst’ dat nu in veel JGZ-wachtkamers wordt vertoond. En we maakten een bureaulegger met aan de ene kant een ‘spiekbrief’ met vragen die de professional kan stellen en aan de andere kant een ‘praatpapier’ om met de ouder in gesprek te gaan.” Om te voorkomen dat laaggeletterde vaders en moeders hun verhaal meerdere keren moeten vertellen, werd een werkinstructie opgesteld waarmee in iemands digitale dossier kan worden vastgelegd of hij laaggeletterd is en op welke wijze hij voorlichting wil ontvangen.

“We hadden de taalambassadeurs veel eerder bij het traject moeten betrekken”

Resultaten

De activiteiten leveren zichtbaar resultaat op. “Door alle aandacht rondom laaggeletterdheid heeft de website van de GGD nu een voorleesfunctie, gaan we al onze schriftelijke communicatie aanpassen aan laaggeletterden en maken we meer gebruik van filmpjes van Stichting Opvoeden.nl, die ook heel geschikt zijn voor ouders die moeite hebben met lezen en schrijven. Ook hebben we afspraken met Taalhuizen gemaakt over hoe we vaders en moeders het beste kunnen doorverwijzen.” Astrid en haar team rest nog één uitdaging: alle ontwikkelingen borgen in de JGZ. “Aan onze passie voor het onderwerp en de doelgroep zal het niet liggen.”

Gezondheid en Geletterdheid

Samen met het netwerk zetten we volop in op aanpak van laaggeletterdheid

Terug

Gezondheidswinst behalen met behulp van matrixen

Alle gemeenten in Zuid-Holland Zuid werken met ondersteuning van de GGD aan de vierjaarlijkse nota publieke gezondheid.

Gezondheidswinstmodel matrix GGZ

Hierin leggen zij het beleid voor de periode 2020-2023 vast. Om de eerste stappen hiertoe te zetten heeft de GGD in de eerste helft van 2019 een advies met bouwstenen en een gezondheidswinstmodel ontwikkeld. Om de gemeenten nog beter te helpen te bepalen waarop zij gaan inzetten, heeft de GGD matrixen ontwikkeld.

Voor ieder thema en doelgroep is er een matrix met mogelijke ambitie voor de gemeente, met als uitgangspunt: inzetten op waar het meeste gezondheidspotentieel aanwezig is, omdat daar de meeste gezondheidswinst kan worden behaald.

In de matrix staan doelstellingen benoemd voor alle factoren die voor dit thema van invloed zijn op de gezondheid (determinanten), zoals sociale leefomgeving, armoede, schulden en leefstijl, en die bijdragen aan de gestelde ambitie. En ook wie welke actie kan oppakken, zoals de GGD, gemeente en maatschappelijke partners, en hoe de effectiviteit gemeten kan worden. Zo wordt een integrale aanpak opgebouwd, met een rol voor alle betrokken partijen.

Gezondheidswinstmodellen:
Gezondheidswinstmodel
Alcohol
Mentale gezondheid jeugd
Mentale gezondheid migratie
Ondervoeding ouderen
Overgewicht kwetsbare inwoners
Overgewicht
Overgewicht – rollen van de GGD bij overgewicht
Roken
Senior vriendelijke leefomgeving