Theme: Meedoen
Handelingsangst weggenomen via Digivitaler
Voor iedereen die hulp nodig heeft bij digitale zorg ontwikkelde Saskia Carli, adviseur Digitale Zorg in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen in samenwerking met Bibliotheek de nieuwe Kolk de cursus DigiVitaler. We spraken cursist Sannie van 77 jaar over de cursus die zij in oktober 2023 volgde.
Waarom wilde je deelnemen aan Digivitalere? Waar liep je tegenaan?
‘Ik heb een behoorlijke weerstand tegen de digitale wereld. Ik heb er twijfels over. Maken we er ons niet kwetsbaar mee? Stel dat het systeem platgelegd wordt, dan kan je niks meer. Maar je moet mee. Je ontkomt er niet aan.
Om een drempel te nemen, en vaardiger te worden, besloot ik de cursus Digivitaler te volgen.’
Hoe ben je bij deze cursus gekomen?
‘Via mijn lidmaatschap van de bibliotheek, ontving ik per email informatie over de activiteiten in De Nieuwe Kolk. Zo las ik in een nieuwsbrief over de cursus Digivitaler.’
Wat houdt de cursus voor jou in?
‘Het gaat om het meer toegankelijk maken van de digitale zorgwereld. Cursisten ontvangen hulp daarbij en oefenen daarmee, zodat je minder bang bent om het te gebruiken.’
Hoe is het bevallen en wat heb je geleerd?
‘Ik ben met plezier ernaartoe gekomen, ik durf het nu meer te gebruiken en ik begrijp nu hoe het werkt. Het inzien van je medisch dossier geeft voordeel dat je terug kan kijken wat er afgesproken is. Mijn angst vooraf was dat je als patiënt veel meer op afstand gezet wordt. Nu ik in de praktijk vrij veel contact heb met de huisarts, blijkt het eigenlijk sneller te gaan en ze belden alsnog ook persoonlijk op.’
Is dit wellicht een opstap naar meer trainingen in bijvoorbeeld de bibliotheek?
‘Als dat er is, zeker.’
Ontwikkeling Digivitaler
Meer weten over het hoe, waarom en de samenwerking rond de cursus Digivitaler?
Onderwijs en maatschappij
Meer weten over de relatie tussen leren gezondheid en andere sociale domeinen?
Interview Saskia Carli: e-health voor toekomstbestendige zorg
Saskia Carli is adviseur Digitale Zorg in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA) sinds 2019. Een functie die afgelopen jaren in meer ziekenhuizen in het leven is geroepen. Beleid, waar de Alliantie Gezondheidsvaardigheden en de Werkgroep Taal maakt gezonder zeer gelukkig mee zijn. We spraken Saskia over de ontwikkeling van de cursus DigiVitaler, samenwerkingen en de dagelijkse praktijk in het WZA.
Digitale zorg invoeren in een ziekenhuis. Hoe ben je daarmee gestart?
‘Voor iedereen die hulp nodig heeft bij digitale zorg wilde ik een fysieke plek creëren. Ik heb mij enorm ingezet om in de centrale hal van het ziekenhuis een infoplein te creëren, waar mensen terecht konden met digitale hulpvragen. Ik heb vrijwilligers geworven en een mooie plek gecreëerd, maar na een half jaar was de conclusie dat er geen kip langskwam. Dus dat was vrij teleurstellend.’
Wat was de reden dat die fysieke hulplocatie niet werkte?
‘We zijn dat gaan uitzoeken en zijn er achter gekomen, dat ziekenhuisbezoekers vaak niet vrij zijn in hoe ze met hun tijd om kunnen gaan. De taxi of de buurtbus staat klaar of ze worden door iemand gehaald en gebracht. De andere reden die we veel hoorden was: ‘ik dacht ik probeer het eerst zelf wel even of het lukt.’ In het ziekenhuis zelf zit je dus te dicht op het moment waarop die digitale zorg wordt voorgeschreven. Zo gingen we verder zoeken en kwamen we bij De Nieuwe Kolk, de bibliotheek in Assen terecht.’
Hoe verloopt de samenwerking tussen ziekenhuis en bibliotheek?
‘Ik wist dat in bibliotheken ido’s (informatiepunt digitale overheid) zouden komen en in het kader daarvan heb ik contact gezocht met De Nieuwe Kolk. Samen hebben we onderzocht hoe we inwoners van Assen en omgeving kunnen ondersteunen bij digitale tools en toepassingen. De bibliotheek gaf al de cursussen over digitale vaardigheden en de cursus DigiVitaler komt via een landelijke organisatie. In de nieuwe cursus die we creëerden op basis van DigiVitaler, maken de deelnemers kennis met digitale zorg vanuit de huisartsen en vanuit ons als ziekenhuis. Denk aan vragen als: Hoe ziet MijnWZA als patiëntenportaal eruit, hoe log je in? En hoe werkt BeterDichtbij, de communicatie-app die we gebruiken?’
Hoe ziet de cursus eruit?
‘De training is echt gepersonaliseerd voor de inwoner van Assen met o.a. informatie over DigiD, want dat is onmiskenbaar het grootste struikelblok als het gaat over MijnWZA, mijn gezondheidsnet en portalen die huisartspraktijken gebruiken. In twee lesdagen bekijken ze screenshots van MijnWZA en wordt er uitgelegd wat iemand kan met BeterDichtbij. De derde ochtend van de cursus hebben we een vragenuurtje om te zien wat er speelt. We kunnen direct problemen met bijvoorbeeld de registratie verhelpen en we gaan proef beeldbellen, zodat we alle instellingen goed kunnen zetten.’
Waarom is DigiVitaler nodig?
‘Je merkt dat we er niet omheen kunnen. De zorg moet anders ingericht worden, met minder menskracht. Digitale zorg kan daarbij helpen, net als lichtere zorg verplaatsen buiten het ziekenhuis zodat er in een ziekenhuis ruimte ontstaat voor ernstig zieken. We stimuleren bijvoorbeeld het beeldbellen via de app BeterDichtbij en op de site staan instructievideo’s over hoe je MijnWZA werkt, maar het blijft lastig. De groep die digitaal onhandig is, redt het hier niet mee. We willen hen meer ondersteuning bieden en kijken of zij het in de vingers kunnen krijgen. Het doel is om digitale zorg voor zoveel mogelijk mensen bereikbaar, begrijpelijk en van waarde te laten zijn. We zullen op een gegeven moment keuzes moeten maken, omdat we de mankracht missen om alles fysiek en realtime te doen. Voor de groep die dit ècht niet kan aanleren blijft een olifantenpaadje bestaan.’
Zijn er nu of in de toekomst meer partijen bij betrokken?
‘Huisartsen zijn (nog) niet direct betrokken, maar ze hebben wel profijt van de cursus. Dokter Drenthe, de partij in Drenthe die de huisartsen vertegenwoordigt, heeft de banden aangehaald met Biblionet en vanuit het ziekenhuis hebben we een communicatieadviseur patiëntcommunicatie die linkjes heeft met bijvoorbeeld Stichting Lezen en Schrijven en het Bondgenootschap voor Geletterd Drenthe. Vanuit het ziekenhuis hebben we een werkgroep die een toolkit ontwikkelt, waarmee we medewerkers bewust maken van laaggeletterdheid, lage digitale vaardigheden en lage gezondheidsvaardigheden. Hoe kan je dit herkennen, wat kan je doen en wat kan je dan aanbieden? En in de bibliotheek zit een taalhuis waarnaar we mensen verwijzen als ze echt niet voldoende Nederlands beheersen. Zo proberen we met elkaar een compleet programma aan te bieden.’
Hoe hebben jullie dit financieel geregeld?
‘In 2019 is door het ziekenhuis besloten dat voor de ontwikkeling van digitale zorg een adviseur nodig is, die dat thema verder gaat uitwerken. Daar ben ik nu 4 jaar mee bezig, samen met een collega adviseur digitale zorg. Als ik denk dat een bepaald project of plan bijdraagt aan het thema, dan heb ik de vrijheid daar uren aan te besteden. De basis van onze DigiVitaler cursus komt via DigiVaardig, dat is een organisatie die gratis een pakket aan leermiddelen, plannen en communicatiemiddelen aanbiedt. En met de bibliotheek werken we samen met gesloten beurzen. We hebben immers een gezamenlijk doel, namelijk het vergroten van de digitale zelfredzaamheid van de inwoners.’
Wat zijn je plannen en behoeften?
‘Via Biblionet Drenthe, waar alle bibliotheken zijn verbonden, hoop ik meer bibliotheken aan te haken, want onze cliënten komen ook van buiten de stad. En voor in het ziekenhuis, wil ik een fysiek verwijsbriefje maken waarmee mensen naar een bibliotheek kunnen met een concrete vraag. We gaan testen of hierdoor de vraagverlegenheid afneemt. Als een van onze collega’s bij een cliënt het gevoel heeft dat de digitale vaardigheden niet toereikend zijn, dan kan die collega daarover in gesprek en het verwijsbriefje meegeven. Misschien kunnen we een testvragenlijst klaarzetten, zodat ze die bij de bibliotheek samen kunnen invullen. Ik probeer te zoeken naar concrete acties om samen verder te komen en die digitale zelfredzaamheid te vergroten.’
Digivitaler in de praktijk
Weten wat de Digivitaler-training cursist Sannie heeft opgeleverd?
Werkgroep Taal maakt gezonder
Interview Jacques Hendrikx: Alleen kunnen we niets, samen kunnen wij alles
Hoe mooi zou het zijn als supermarktorganisaties zich maatschappelijk betrokken profileren?
Iedere week een tas met zeven gevarieerde ontbijtjes en vers fruit, gratis en in anonimiteit voor kinderen die anders zonder ontbijt de dag moeten starten. Alle 52 weken en 365 dagen per jaar. Dat regelt de sociale onderneming Nederlands Jeugd Ontbijt. Initiatiefnemer Jacques Hendrikx neemt ons mee in de waarom, de hoe en de waarheen.
Het initiatief, dat vanaf het begin is aangesloten bij de Alliantie Kinderarmoede, is in 2016 heel klein begonnen, in Den Bosch. In 2019 startte de zogenaamde roll out en op dit moment worden in 23 gemeentes iedere week ruim 3,5 duizend ontbijttassen door vrijwilligers bij kinderen thuisgebracht. En dagelijks komen er nieuwe aanmeldingen binnen.
Waarom ben je dit initiatief gestart?
‘De enorme tweedeling in de maatschappij stuit mij ongelooflijk tegen de borst. Daarom wil ik awareness creëren over het probleem dat er honderdduizenden kinderen zijn die zonder ontbijt aan hun dag beginnen. Die kinderen komen in een positie dat ze niet kunnen leren, dat ze stress hebben en dat ze niet gewoon kunnen functioneren als kind. Het ontbijt is de belangrijkste maaltijd van de dag. Zonder ontbijt staat het kind niet aan en komt er uitval in de maatschappij. Dat wordt een boemerang voor onze samenleving.’
De behoefte is duidelijk het kind krijgt geen ontbijt omdat de ouders het niet kunnen betalen en de oplossing is het leveren van gezonde ontbijtjes bij het kind thuis.
Ruim 3,5 duizend ontbijttassen afleveren met honderden vrijwilligers, hoe organiseren jullie dat?
‘Als wij in een gemeente starten vraag ik eerst aan de ouders/verzorgers die zich aanmelden voor een of meer ontbijttassen of één van hen bereid is om die tassen te gaan rondbrengen. Daarmee is al 70 tot 80% van de behoefte aan vrijwilligers gedekt. Het mooie is dat die vrijwilligers ervaren dat ze niet de enige zijn in die in armoede leven. En we merken dat via die ‘vertrouwenspersoon’ die iedere week voor de deur staat linkjes worden gelegd naar bijvoorbeeld de gemeente voor extra hulp. Dat is mooi, want het wantrouwen naar gemeentes is gigantisch. Onder andere door de toeslagenaffaire.’
Jullie zijn snel gegroeid. Wat zijn de plannen voor de toekomst?
‘We willen verder uitbreiden, maar op dit moment hebben we 1.515 aanvragen van gezinnen die we niet kunnen honoreren omdat we daar het budget niet voor hebben. We zijn financieel afhankelijk van gemeenten (Jetta Klijnsma gelden) en dat is fnuikend voor de roll out. De doorlooptijden binnen de gemeenten variëren sterk (van vijf weken tot meer dan 30 maanden) en het gaat om niet geoormerkt geld. Daarom hebben we draagvlak nodig en een nieuw financieringstraject.’
Hoe wil je dit aanpakken? Denk je aan samenwerking met het bedrijfsleven?
‘Inderdaad. Ik wil het zo eenvoudig mogelijk organiseren in samenwerking met de Nederlandse supermarkten. Gemiddeld gaan we in Nederland drie keer per week naar de supermarkt en in totaal wordt €46 miljard besteed. Het gaat om 1,3 miljard supermarktbezoeken per jaar. Stel je voor dat supermarktketens hun klanten de optie bieden om het kassabonbedrag tot op een Euro naar boven af te ronden, dus dat gaat om tussen de 1 tot 99 cent. Wanneer maar 20% van de supermarktklanten één keer in de week het eindbedrag afrondt, dan hebben wij voldoende middelen om al die duizenden kinderen ontbijtjes aan te bieden. Zo simpel kan het zijn.’
Is dit idee haalbaar in deze ‘dure tijden’?
‘We hebben onderzoek laten doen door studenten van Avans Hogeschool onder 1600 klanten van Albert Heijn, Jumbo Lidl en Ecoplaza. En 69,3% van de ondervraagden zegt altijd te willen afronden. We willen het zo organiseren dat mensen die bijvoorbeeld een keer per week willen afronden, dat structureel kunnen toepassen, bijvoorbeeld via de bonuskaart. Hoe mooi zou het zijn als je je als supermarktorganisatie maatschappelijk betrokken kunt profileren door deze optie aan te bieden? De drie grootste supermarkten, Albert Heijn, Jumbo en Aldi hebben samen alleen al 67% van het marktaandeel.’
Hoe en wanneer heb jij als ondernemer de stap gezet naar maatschappij betrokken projecten?
‘Tijdens het grote lijsttrekkersdebat op 6 november 2006 was Mark Rutte in debat met Jan Marijnissen. Marijnissen zegt: ‘meneer Rutte uw VVD heeft 8 jaar deel uitgemaakt van de regering Kok. In Nederland wonen 400.000 kinderen die leven onder de armoedegrens. Wat heeft u daaraan gedaan?’ Dat kwam bij mij binnen als een stomp in mijn maag, want ik dacht ‘Jacques Hendrikx wat heb jij daaraan gedaan?’ En dat stemmetje bleef tegen mij praten. Toen ik tien jaar later als voorzitter van het filharmonisch orkest in Den Bosch betrokken was bij een fundingconcert voor middelbare scholieren met leerachterstanden, wees de rectrix van het Stedelijk Lyceum mij erop dat op die school gemiddeld drie kinderen per klas aan de dag beginnen zonder ontbijt omdat de ouders het niet kunnen betalen. Diezelfde middag ben ik naar de notaris gegaan om de stichting op te zetten.’
Er zijn andere initiatieven op het gebied van kinderarmoede, bijvoorbeeld het schoolontbijt. Hoe zie jij dat in relatie tot het Nederlands Jeugd Ontbijt?
‘Ik focus mij op het ontbijt voor het kind, thuis, iedere dag. Ieder kind dat nu een ontbijtje krijgt en voorheen niet, is pure winst. Scholen krijgen het moeilijk georganiseerd. Die krijgen er wéér een taak bij en ze hebben bovendien te maken met allerlei procedures waarbij ze onder meer moeten aantonen dat minstens 30% van een populatie onder de armoedegrens leeft. En niet onbelangrijk; kinderen gaan slechts196 van de 365 dagen per jaar naar school. Hoe ontbijten zij die andere dagen? Wij werken niet met procedures waar mensen op kunnen afhaken. Een ouder die zich bij ons meldt die is al door de psychologische pijngrens gegaan om toe te geven dat ze niet in staat zijn financieel hun kind een ontbijt te geven. Wij doen geen inkomenstoets, het gaat om vertrouwen. Bovendien staat iedere week onze vrijwilliger op de stoep. Die ziet en hoort veel.’
Wat heb je nodig van ons netwerk?
‘Lobbykracht: Ik zou het liefste met het Centraal Bureau levensmiddelen CBL in gesprek gaan in om draagvlak te krijgen bij de supermarkten voor het afronden van kassabonnen en dit met elkaar structureel aan te kunnen pakken. Ook zou ik een zo groot mogelijk publiek bewust willen maken van het feit dat er nog altijd een flink aantal kinderen onder de armoedegrens leeft. Als idealist geloof ik in de kracht van het individu: hoe één enkel mens iets teweeg kan brengen in de levens van anderen. Laat ik het zo formuleren: alleen kunnen wij niets; samen kunnen wij alles! Daarom ben ik gestart met met het Nederlands Jeugd Ontbijt.’
Meer Nederlands Jeugd Ontbijt
Nieuwsbrief, contact, aanmelden of behoefte aan meer informatie?
Versterk elkaar
Wil je meer weten, bezit je lobbykracht of kun je Jacques en duizenden kinderen op een andere manier verder helpen?
Mental Meetup- verkenning, aanpak, video en meer
Hoe bevorderen we de mentale gezondheid van mensen in een kwetsbare positie?
Deze vraag stond centraal tijdens de Mental Meetup (2 februari 2023), georganiseerd vanuit de kabinetsbrede aanpak ‘Mentale gezondheid: van ons allemaal’. Ervaringsdeskundigen, beleidsmedewerkers, initiatiefnemers en professionals van partnerorganisaties wisselden onder leiding van Karen van Ruiten kennis, voorbeelden en ideeën uit over mentale weerbaarheid en factoren die hier invloed op kunnen hebben zoals geld, bestaanszekerheid, bewegen en cultuur.
Het doel van deze tweede Mental Meetup:
- Het bespreekbaar en zichtbaar maken van het belang van mentaal gezond zijn en blijven.
- Partnerorganisaties te informeren over de aanpak en aanpalende activiteiten.
- Inspirerende praktijkvoorbeelden delen en nieuwe activiteiten verbinden aan de landelijke beweging voor mentale gezondheid.
Alleen dan Samen
Mia Wessels, arts, spreker en inspirator, benadrukt in haar Spoken Word het belang van naar elkaar luisteren en echt nieuwsgierig zijn naar de ander. Naast kwetsbaar zijn we ook krachtig. En in welke ‘groep’ je je ook bevindt, wie verlangt er niet naar een gevoel van écht samen?
Luister en kijk naar Alleen dan Samen van Mia Wessels
Verkenning Pharos
Om de urgentie in beeld te brengen en het verband te leggen tussen het effect van stress (door geldzorgen) en de mentale weerbaarheid, voerde Pharos een verkenning uit naar de mentale gezondheid van mensen in een kwetsbare positie. Meer over de verkenning.
Initiatieven die helpen
Twee mooie voorbeelden van initiatieven die mensen in een kwetsbare sociaaleconomische positie helpen zijn Geldfit en Stut Theater.
- Bij Geldfit krijgen mensen een passend advies of worden ze in contact gebracht met iemand die met ze meedenkt.
- Stut Theater geeft een podium aan mensen die vaak niet gehoord of gezien worden.
In beweging
Beweging kan mensen (in een kwetsbare positie) mentaal, fysiek en op het sociale vlak helpen. Stichting Life Goals opende tijdens de Mental Meetup de deuren voor buurtgenoten en zet zich in om mensen die dit nodig hebben via samen sporten nieuw perspectief te bieden.
Schulden en mentale problemen
Sadik Harchaoui en Amine Bakkali van SchuldenlabNL benadrukten de noodzaak van samenwerken en het belang van de ervaringen en behoeften van mensen over wie het gaat. Persoonlijke verhalen zijn onder meer terug te vinden in het onderzoek dat Amine deed naar de samenhang tussen schulden en psychische problemen bij jongeren.
Lees ons interview met Amine en download het onderzoek
Brede benadering
Hoe kom je uit een isolement? Hoe zoek je hulp als je niet beseft dat je in een kwetsbare positie verkeert? Karen van Ruiten benaderde mentale gezondheid vanuit verschillende invalshoeken met Staatssecretaris Maarten van Ooijen, (VWS), Carsten Herstel, directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie (SZW) en ervaringsdeskundigen Sali, Christiaan en Emine. Ter inspiratie, enkele citaten:
Sali: “Geloof in ons, vertrouw in ons en help ons onze kracht te laten zien.”
Maarten van Ooijen: “Mijn les uit deze verhalen is dat als je met een hulpvraag komt door zorgen of stress dat we in het zorgsysteem de klok terug moeten zetten en op zoek moeten gaan naar de trigger. Het zorgsysteem draait nu nog de klok vooruit; heb je problemen, dan kijken we naar hoe we die oplossen. We moeten kijken naar hoe het komt.”
Karsten Herstel: “Hoe kun je mensen vanuit beleid helpen als ze worstelen met geldzorgen. Geldzorgen zijn vaak een katalysator voor heel veel problemen binnen een huishouden.”
Emine: “De schaamte en het taboe moeten doorbroken worden om geholpen te kunnen worden voor een hoopvolle toekomst.”
Staatssecretaris Maarten van Ooijen roept meer organisaties op zich aan te sluiten bij de landelijke beweging voor mentale gezondheid in Nederland. Bekijk en deel de video.
Deze tweede Mental Meetup is één van de initiatieven van ‘Mentale gezondheid: van ons allemaal’: een dag waarop activiteiten worden georganiseerd op diverse plekken in het land met mentale gezondheid als thema. Staatssecretaris Van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) initieerde samen met collega bewindspersonen van VWS, SZW en OCW de kabinetsaanpak ‘Mentale gezondheid: van ons allemaal’.
Mentale Gezondheid: van ons allemaal
De Mental Meetup is een van de activteiten van de kabinetsbrede aanpak ‘Mentale gezondheid: van ons allemaal’. Meer weten over de aanpak?
Schulden en mentale problemen versterken elkaar
Geldproblemen kunnen zorgen voor overbelasting van je hersenen. Je kunt niet meer denken, je raakt in de stress en kan ontwijkend gedrag gaan vertonen. Hierdoor worden geldproblemen erger en daarmee ook de psychische problemen. Cijfers tonen dat zowel het aantal jongeren met schulden als het aantal jongeren met een depressie afgelopen jaren hard gestegen zijn. Amine Bakkali, projectleider Mind-Us schetst met zijn kennisdocument ‘Schulden- en psychische problematiek bij jongeren’ een beeld van de leefwereld van deze jongeren en hij legt uit waarom het tijd is dat ze worden gehoord.
Amine: ‘In gesprek met Sadik Harchaoui van SchuldenLabNL kwamen we tot de conclusie dat er weinig geschreven is over de combinatie van psychische klachten en schuldenproblematiek bij jongeren. Daarom heb ik in opdracht van SchuldenLab dit kennisdocument gemaakt, waarin ik niet de cijfers, maar juist de ervaringsverhalen centraal stel. Verhalen hebben impact, ze bieden erkenning en ze leggen pijnpunten bloot. Je ziet precies waar het aan ligt en daar kun je beleid op maken.’
Jij hebt de mensen om wie het gaat gesproken. Wat is in jouw ogen de behoefte van de jongeren die kampen met deze dubbele problematiek?
Amine: ‘Ik denk dat onder jongeren sowieso behoefte is om ‘het echte gesprek’ te voeren. Daar begint het mee. De één wil begrepen worden, de ander wil ergens terecht kunnen als het misgaat, het gaat erom dat we ze de kans geven te vertellen waar ze mee zitten. Ik hoor van jongeren dat ze willen dat er meer gekeken wordt naar het totaalbeeld van iemand en niet naar alleen de problemen die iemand heeft of de symptomen die iemand vertoont. Als we nagaan dat mensen zich tot hun 25e, 26e nog niet volledig mentaal hebben ontwikkeld, maar wel als volwassenen worden benaderd als het over schulden gaat, dan denk ik dat we ze de kans moeten geven om die belangrijke periode te doorlopen zonder stress en zonder problemen.’
‘Ik sprak bijvoorbeeld veel jongeren die door hun geldproblemen niet meer konden sporten en dat heeft een negatief effect op je mentale gezondheid. Ik denk dat we meer naar de naar de mens moeten kijken dan meteen via een label, medicatie en standaardprocedures aan de slag moeten. Wanneer je echt in gesprek gaat, kom je tot de kern en dan zijn oplossingen vaak veel simpeler dan we denken. Er wordt soms te moeilijk gedacht. Bijvoorbeeld in een van de ervaringsverhalen zien we dat een jongedame vergeten is haar studenten-OV stop te zetten. Een jaar later kreeg ze een boete van de NS van meer dan € 15.000. Dan is het logisch dat je je slecht gaat voelen. Ze kreeg vervolgens labels als depressie en ze moest aan de slag met haar verleden in Turkije, terwijl daar het probleem niet lag. Er is niet één keer gevraagd naar haar financiële situatie.’
Je hebt met je kennisdocument de relatie tussen mentale problemen en schuldenproblematiek aan voetlicht gebracht. Wat zijn in jouw ogen goede vervolgstappen?
Amine ‘Ik denk dat het goed is als er een vervolgonderzoek komt, waarin we nog meer jongeren betrekken, met nog meer verhalen. Misschien is dit een kans om deze problematiek vanuit meer hoeken te belichten en een vervolgonderzoek in te stellen, ook vanuit andere organisaties die zich inzetten voor een fijne leefwereld van jongeren. En het is goed om de juiste mensen samen te brengen, zodat we kunnen bekijken hoe we de behoefte nog beter in beeld krijgen.’
‘Mentale gezondheid en schuldenproblematiek worden nog te veel los van elkaar gezien. Zowel als het gaat over doorverwijzen van jongeren, als op het niveau van onderzoek. Er wordt wel onderzoek gedaan naar schulden en ook naar mentale gezondheid, maar de samenhang ben ik weinig tegengekomen, terwijl die relatie toch heel duidelijk is. Schulden leiden tot mentale problemen en andersom. Het versterkt elkaar.’
Op het bespreekbaar maken van mentale gezondheid wordt flink ingezet, wordt er genoeg over geldproblemen gesproken?
‘Influencers en topsporters spreken zich de laatste jaren inderdaad vaker uit over het belang van je mentaal goed voelen en dat is belangrijk. Daar moeten we ook echt aandacht aan blijven besteden, maar het gaat in die gesprekken zelden over schuldenproblematiek. Dat is nog een taboe en iets waar mensen denk ik wél over moeten praten. Ik weet zeker dat als jij nu een doorsnee jongere vraagt hoe die zich mentaal voelt, dat hij eerder antwoord geeft dan als je vragen hebt over schulden.’
Heb je een tip om de jongeren met schulden te bereiken?
‘Als iemand schulden heeft, dan moeten we helpen. Kijken hoe diegene uit die schulden komt en werken stimuleren. Als er op dat vlak een oplossing in zicht is, dan wordt het ook makkelijker om aan mentale gezondheid te werken. Je ziet dat het probleem snel te groot wordt. Als je een rekening krijgt en die niet betaalt, dan gaat het heel erg hard met boetes. Dan wordt het alleen maar erger, zeker als ouders niet capabel genoeg zijn om daarover het gesprek te voeren en/of hun kinderen bij te staan. Ik denk dat het goed zou zijn om bij een boete naar een bepaalde instantie te verwijzen, zodat jongeren geholpen kunnen worden. Denk bijvoorbeeld aan GeldFit.’
Download de publicatie
Meer weten?
- Kijk bij Geldfit, een site met tips, testjes, verhalen en relevante informatie.
- Meer over SchuldenLabNL heeft als missie een schuldenzorgvrij Nederland.
- Het Jongeren Perspectief Fonds biedt jongeren met schulden een nieuw perspectief.
- Money Start doet er alles aan om te voorkomen dat jongeren in de schulden komen.
- Kwikstart van Kinderperspectief biedt praktische tips en tools mbt geldzaken voor 18+.
- Bij JongerenHulpOnline kunnen jongeren ook terecht met geldzorgen.
- Ook behoefte aan voeren van het echte gesprek? Lees meer over het boek In gesprek met Jongvolwassenen, van onder meer Wico Mulder.
Kennisdocument
Meer weten over de relatie tussen schulden- en psychische problematiek en de verhalen lezen?
Amine Bakkali
Heb je vragen, complimenten of suggesties om Amine verder te helpen? Neem contact met hem op.
Interview Tim ’S Jongers: Niets zo discriminerend als een diploma
Tim ’S Jongers politicoloog, publicist en directeur van de Wiardi Beckman Stichting wil de brug slaan tussen de wereld van bestuurders en die van mensen die opgroeien in achterstandswijken. Een brug over een onderstroom van misleidende aannames en systeembelemmeringen die de kloof in stand houdt. We spreken ’S Jongers als opmaat voor ons jaarcongres waar hij acte de présence geeft.
We praten en denken veel over mensen uit achterstandswijken in plaats van dat we met ze praten. Hoe kunnen we dat veranderen?
‘Als je dat echt wilt, dan zal je iemand een stoel moeten aanbieden. Zo simpel is het. Waarom mogen bepaalde mensen wel en anderen en niet aan tafel zitten? Wie houden we buiten? Het is vreemd dat mensen die niets afweten van leven in armoede daar wel besluiten over nemen en beleid op maken. Je laat iemand die nog nooit in Amerika is geweest toch ook geen presentatie over Amerika houden? We zijn al een heel eind als we erkennen dat we bepaalde dingen niet weten en ons principieel bescheiden opstellen.’
Hoe kunnen we zorgen dat de kloof kleiner wordt?
‘Je ziet vaak panels van zogenaamde ervaringsdeskundigen. Maar dan blijven het ervaringsdeskundigen tegenover professionals. Ervaringsdeskundigheid moet geen identiteit worden, maar het moet gaan over het inzetten van die ervaringskennis. En over samenwerken. Er is niets zo discriminerend als een diploma. We kunnen ons afvragen of onze selectiemechanismen wel voldoen aan de behoefte van de maatschappij. Wat in bijvoorbeeld achterstandswijken voor de een werk is, is voor de ander zijn leven. We moeten samenwerken vanuit wederzijds vertrouwen.’
Preventie is in jouw ogen te vaak gericht op leefstijl, terwijl achterliggende structurele factoren een rol spelen. Welke zijn dat?
‘Dat kan om verschillende dingen gaan zoals een goede woning, werk, goed onderwijs, en noem maar op. We zouden moeten kijken naar de omstandigheden die bijdragen aan ongezondheid en erachter komen wat iemands leven fijner zou maken. De vraag zou moeten zijn: waar heeft u behoefte aan? Nu redeneren we vooral vanuit: waar hebt u recht op. Terwijl, de beste kans op een gezond leven is een goed leven. Als je opgroeit in een getroebleerd, liefdeloos gezin of in een krot woont, dan weet je dat het mis gaat. Je gaat risico’s nemen. Ik noem dat het niets te verliezen gevoel.’
Heb je tot slot een tip voor professionals uit ons netwerk?
‘Mensen komen naar bijeenkomsten waar ik vertel dat er iets moet gebeuren aan de kloof tussen het beleid en de werkelijkheid in een achterstandswijk. Hun komst is een hele eer, maar ze hadden op dat moment ook naar de voedselbank kunnen gaan, naar de Haagse Markt of het buurthuis. Het wordt als drempel ervaren om ‘ze’ aan te spreken, maar niet om er beleid over te maken. Onderzoeksvragen worden nooit geformuleerd door mensen uit een achterstandswijk, omdat zij doorgaans niet studeren. Het zou mooi zijn als onderzoekers dat wel samen met bewoners doen. Zij weten wat er nodig is. Want nogmaals: het is hún leven.
(Foto Tim: Peter van Beek)
Congres en webcast Onderstroom
Tim ’S Jongers sprak op het Jaarcongres en tijdens de livecast.
Campagne voeren voor gezondheid
Op 13 juli 2021 organiseerde Alles is Gezondheid met The Pando Network een webinar over de vraag hoe je de beweging naar gezondheid en gedragsverandering bij inwoners kan ondersteunen met campagnes.
TERUGKIJKEN
Overal in Nederland werken publieke en private partijen samen om meer gezondheid te creëren voor wijken, dorpen, steden en regio’s. Het bereiken van inwoners en ze aansporen tot ander gedrag vormt daarbij een behoorlijke uitdaging. Je komt dan immers al snel uit in de wereld van campagnes en communities.
Inhoud
- Waaruit bestaat een campagne en hoe bouw je die stapsgewijs op?
- Wanneer en voor welke doelgroepen, thema’s of regio’s zijn campagnes interessant?
- Praktijkvoorbeelden: wat zijn lessen uit bestaande (gezondheids)campagnes?
- Healthy Hillegom: hoe breng je beweging naar gezondheid op gang in de regio?
- Case: wat kunnen we leren van de GGD campagne ‘30 dagen gezonder’?
- Tips: wat kan je zelf doen om inwoners mee te krijgen voor meer gezondheid?
Sprekers
- Daan Warmerdam: is ondernemer en mede oprichter van The Pando Network, een strategie- en campagnebureau voor gezondheidsprojecten. In zijn werk is Daan constant op zoek naar creatieve manieren om de gezonde keuze weer de makkelijke keuze te maken. Bijvoorbeeld in het Healthy Hillegom netwerk waarin publieke en private partners samen bouwen aan een gezonde gemeenschap en actief campagne voeren om inwoners te enthousiasmeren voor een gezonde(re) leefstijl.
- Janny de Boer: is netwerkadviseur Publieke Gezondheid & Preventie bij Alles is Gezondheid: een netwerk van 3.000 publieke en private partijen die samenwerken aan een gezonder Nederland. Janny zal het webinar modereren.
Slides
Belijk hier de slides
Links
Praktijkdag Campagnevoering
- Donderdag 14 oktober 2021
- Verdieping in het opzetten van campagnes
- Stappen uitwerken (visie, boodschap, middelen, e.d.)
- Praktijkvoorbeelden en cases (tips, lessen)
- Werken aan een fictieve campagne waarna je je eigen campagne op kunt zetten
- Door: Alles is Gezondheid en The Pando Network
- Locatie: Overveen (bij Haarlem)
Interesse? Mail naar Janny de Boer janny.de.boer@allesisgezondheid.nl
Healthy Hillegom
Maak de gezonde keuze, de makkelijke keuze in Hillegom
30 dagen gezonder
30dagengezonder: uitdaging of makkie?
Doe mee en ervaar het zelf
Allianties en (regio)netwerken: hoe dan?
Op 10 juni 2021 organiseerde Alles is Gezondheid met de Alliantie Kinderarmoede en het platform WEL in Flevoland een webinar over de vraag hoe we door publiek-private samenwerking kunnen bijdragen aan preventie, gezondheid en welzijn.
TERUGKIJKEN
BEKIJK DE SLIDES
Programma
In de wereld van gezondheid en welzijn kom je ze steeds vaker tegen: publiek-private allianties, collectieven, partnerschappen, lokale coalities en regionetwerken die over grenzen heen kijken en de handen ineen slaan om een maatschappelijke uitdaging aan te pakken.
Doelen lopen uiteen van leefstijlverandering op scholen, bevorderen van beweging, tegengaan van eenzaamheid, implementeren van fitcoins tot het terugdringen van kinderarmoede en het mobiliseren van hele regio’s om de beweging te maken naar een gezonder, vitaler en socialer leven.
Factoren die bepalen of deze samenwerkingsverbanden succesvol zijn en netwerken een duurzaam bestaan op weten te bouwen zijn talrijk. Zoals:
- Waarom is zo’n netwerk überhaupt nodig (toegevoegde waarde)?
- Lukt het de netwerkpartners om af te zien van eigen belangen?
- Hoe krijg je de private kant actief betrokken?
- Hoe voorkom je dat de waan van de dag het weer overneemt?
- Kun je samen voor de dag te komen met concrete resultaten?
- Hoe maken we de samenwerking niet-vrijblijvend en duurzaam?
- Hoe dan?
Met de opgedane ervaringen binnen het Alles is Gezondheid netwerk een whitepaper gepubliceerd over publiek-private samenwerking: hoe dan? De publicatie is een handreiking met bouwstenen en praktijkvoorbeelden in verschillende fasen van netwerkontwikkeling.
In dit webinar delen we onze lessen over samenwerking en zoomen we met praktijkvoorbeelden in op de hoe dan vraag. Sprekers en onderwerpen zijn:
- Hans Christiaanse (Netwerkadviseur bij Alles is Gezondheid): neemt ons mee in de praktijk van netwerkvorming en licht de verschillende stadia van samenwerking toe: geboorte, ontwikkeling, groei, impact maken, borgen en verduurzamen. Hans kijkt daarbij met een schuin oog naar zijn persoonlijke ervaring bij netwerken zoals de Alliantie Gezondheidsvaardigheden, Alliantie Kinderarmoede en het Child Friendly Cities netwerk.
- Anne Hoogenboom (Projectleider Alliantie Kinderarmoede en Adviseur Sardes): staat dagelijks met de voeten in de klei bij de Alliantie Kinderarmoede. Met meer dan 250 partners uit het publieke en private domein is dit netwerk sinds 2019 een van de grootse maatschappelijke offensieven tegen kinderarmoede. Anne zal ingaan op de onstuimige landelijke start, voortdurende groei van het netwerk en hoe de alliantie zich verder ontwikkelt met de Theory of Change benadering (impacttool). We horen ook welke obstakels er zijn en waar je soms tegen aanloopt in draagvlak, financiering en politiek.
- Ineke Moerman (Arts Maatschappij & Gezondheid en Programmamanager WEL in Flevoland): maakt zich hard voor het verbinden van publieke gezondheid in het sociaal domein. In Flevoland trekt ze de kar bij WEL: een platform voor alle Flevolanders, gemeenten, bedrijven en instellingen met een hart voor Positieve Gezondheid. Ineke vertelt hoe ze sturing aan verandering geeft vanuit een inhoudelijke visie en dit vervolgens vertaalt naar de praktijk. Met de inwoner als leidend perspectief en transformationeel leiderschap als randvoorwaarde voor succes. Ineke deelt ook enkele lessen voor lokale coalities vanuit het traject ‘Terugdringen van gezondheidsverschillen‘.
Samenwerken: hoe dan
Met de opgedane ervaringen in het Alles is Gezondheid netwerk is een whitepaper gepubliceerd over publiek-private samenwerking: hoe dan? De publicatie is een handreiking met bouwstenen en praktijkvoorbeelden in verschillende fasen van netwerkontwikkeling.
Regionetwerken
Juist op lokaal niveau kunnen we met elkaar gezondheidsvraagstukken oplossen en een gezonde leefomgeving creëren. Alles is Gezondheid stimuleert regionale samenwerkingsverbanden die nieuwe kansen creëren dichtbij huis.
FNO-Webinar ‘Laaggeletterdheid en gezondheid’
Child Friendly Cities
In 2018 werd Alles is Gezondheid benaderd door Child Friendly Cities (CFC) Nederland vanuit het idee om de beweging een extra boost te geven in de vorm van een nieuwe impuls en verbreding van het netwerk, en de beweging naar actie in te zetten. Samen met initiatiefnemer van Child Friendly Cities de VNG (met ondersteuning van Rijksoverheid) werd gezocht naar uitbreiding van initiatiefnemers van deze nieuwe beweging. Uitgangspunt was dat de initiatiefnemers complementair moesten zijn en in staat nieuwe oplossingsrichtingen te generen, door krachtenbundeling vanuit diverse domeinen en disciplines. Uiteindelijk bleken de Nationale Jeugdraad (NJR), de Bernard van Leer Foundation en GGD-GHOR passende partners om deze nieuwe weg in te slaan.
Van preventie naar potentie voor gezonde kinderen en jongeren dankzij Child Friendly Cities
Een beweging om Nederland zó inclusief, gezond en veilig te maken voor kinderen en jongeren, dat ze alle kansen krijgen die we ze gunnen. Daarom startte Alles is Gezondheid met de andere initiatiefnemers landelijk netwerk Child Friendly Cities Nederland, de Nationale Jeugdraad, de Bernard van Leer Foundation en GGD- GHOR de beweging rondom Child Friendly Cities, Alles voor de Jeugd. We willen een andere en bredere blik als we kijken naar onze jeugd: met positiviteit, kracht, talent en ontwikkeling als uitgangspunt.
Meer dan een kwart van de bevolking in Nederland is jonger dan 25 jaar, om precies te zijn het gaat om 5 miljoen baby’s, peuters, kinderen, jongeren. Voor elk van deze kinderen en jongeren willen we een zorgzame, stimulerende leer- en leefomgeving. Een omgeving waarbij we vol inzetten op het gebruik van de kennis, talenten en vaardigheden van kinderen en jongeren zelf en op dat van hun netwerk en hun omgeving. Meer focus op kansen en talenten, minder nadruk op problemen en belemmeringen. Meer een springplank, minder een vangnet. Meer toekomstplannen en luisteren, minder behandelplannen en bepalen. Meer ondersteuning uit de leer- en leefomgeving van een kind of een jongere, minder zorgprofessionals op afstand.
Het aantal jongeren dat jeugdhulp krijgt is de afgelopen jaren gestegen: in 2018 kreeg bijna 1 op de 10 Nederlandse jongeren tot 23 jaar jeugdhulp. Wat als we altijd eerst kijken naar wat iemand kan? Wat als iedereen kijkt naar de individuele potentie van een baby, peuter, kind of jongere? Wat als we meer in kansen denken en daar ook naar handelen? Wat als opgroeien van ons allemaal is? Wat als we bij ons handelen uitgaan van wat je zelf zou willen voor een kind dat dichtbij je staat?
Met de ‘Beweging van Preventie naar Potentie,’, een initiatief vanuit Child Friendly Cities Nederland, dagen we organisaties en individuen vanuit alle hoeken van de samenleving uit om zich ook op deze ambitie te richten, in actie te komen en je onder onze vlag scharen. Het motto? ‘Iedereen kan het verschil maken voor een kind of een jongere’. Dit willen we vooral samen doen, we kijken mét elkaar wat onze jeugd nodig heeft en durven buiten onze traditionele verantwoordelijkheden te denken. Zo vinden we verbindingen tussen gemeenten, jongerenwerkers, scholen, werkgevers, ouders, kinderen, jongeren en anderen. En kunnen we samen op zoek naar de beste kansen voor de jeugd.
De initiatiefnemers van deze beweging hebben ideeën over gezamenlijk te bieden en doen, en willen daarover vooral met partners in gesprek. Bij de geplande acties zit onder andere de ontwikkeling van een barometer. Deze is gebaseerd op de 12 leefdomeinen van jongeren en kinderen, die kan helpen aan te wijzen waar we het verschil voor kinderen en jongeren kunnen maken. Interesse om mee te denken over een van de leefdomeinen? Doe dan mee!
Bekijk hier de visual Child Friendly Cities Levensdomeinen:
In de pamflet van Child Friendly Cities Nederland, lees je meer over de ambitie en achtergrond van het netwerk.
Wil je een vraag stellen? Neem contact op met Hans Christiaanse, onze netwerkadviseur opvoeding, onderwijs en één van de initiatoren van het vernieuwde Child Friendly Cities Nederland.
Artikel VNG, Van Preventie naar Potentie
Wat als we Nederland zó gezond, inclusief en veilig maken voor kinderen en jongeren, dat ze alle kansen krijgen die we ze gunnen? Reflecteer, draag bij, en doe mee met de beweging van preventie naar potentie.