Terug

Gezond Gesprek Pascale Bruinen: We kunnen zelf meer dan we denken

1 december 2022

‘Via de Academie voor Zelfherstel laat ik mensen zien dat ze zelf iets kunnen doen, naast naar een dokter gaan en medicijnen slikken. Met eigen regie is veel winst te behalen.’ De woorden van Pascale Bruinen, die een carrièreswitch maakte van officier van justitie naar schrijver, spreker en coach, gespecialiseerd in gezondheidsbevordering. Ze zet instrumenten als meditaties, visualisaties en affirmaties in om overtuigingen van mensen zo positief mogelijk te maken. Wico Mulder, netwerkadviseur mentale gezondheid, bezocht haar voor een Gezond Gesprek.

Je had een heel ander vak en hebt de beweging gemaakt van het hoofd naar het hart. Kun je uitleggen hoe en waarom?
‘Als ik terugkijk, heb ik twee heftige dingen meegemaakt die van invloed waren op die keuze. Toen ik mijn vader verloor, heb ik een intense spirituele ervaring gehad en die gebeurtenis heeft veel in beweging gezet, waaronder mijn eindeloze fascinatie voor de kracht van de menselijke geest. (zie: het jaar van de uil). Jaren later had ik plotseling iets groots in mijn buik, waarvan artsen niet wisten of dat goed- of kwaadaardig was. Ik heb mij toen voorgenomen niet het pad op te gaan van stress en angst en ben mijzelf via visualisaties gaan inprenten dat de operatie goed zou verlopen, dat ik geen pijn zou hebben en dat ik spoedig zou herstellen. De echte operatie verliep prima en het was goedaardig en tot verbijstering van arts en verplegend personeel had ik helemaal geen pijn. Achteraf realiseerde ik me dat daar veel meer gebeurd was en omdat ik dat wilde begrijpen, ben ik de wetenschappelijke literatuur ingedoken. Dit heeft geresulteerd in mijn boek ‘Zelfherstel van binnenuit’.

Zie je een urgentie in het delen van deze wetenschap, deze kennis?
‘Die urgentie zie ik zeker, omdat het zo ontzettend democratisch is. Iedereen zou dit kunnen, iedereen kan hier iets aan hebben. We hebben allemaal een natuurlijke apotheek in ons en je kunt leren hoe je die aanzet. Het is zelfherstellend vermogen, van binnenuit via de kracht van de geest. Het leven is niet 100% maakbaar, maar we kunnen zelf veel meer dan we denken. En wat ik interessant vind is om te verkennen waar je wél invloed op hebt en die eigen regie te nemen.’

Waarom?
‘Omdat het zo ontzettend veel kan opleveren. Uit de wetenschap blijkt, dat de overtuigingen over jouw gezondheid, herstel, verouderingsproces of de werking van een medicijn sturend zijn. Dat zijn biologische selffulfilling prophecies. Onze focus gaat automatisch naar het negatieve, naar het reageren op en vermijden van gevaar. Wij worden aangetrokken door alarmerende berichten en hoe vaker de hersenen hetzelfde te horen krijgen, hoe meer ze dat gaan geloven. Dus als wij zelf het heft in handen willen nemen en het beter willen maken, dan zullen wij de focus actief moeten verleggen naar het positieve en dat moet je zelf doen, want de maatschappij doet dat niet voor je.’

Dat zelfherstellend vermogen kan van binnenuit fysiek en mentaal veel betekenen. Kun je dat nader toelichten?
‘Ik denk dat veel mensen op zoek zijn buiten zichzelf naar oplossingen, maar het gaat erom wat je met je eigen hersenen kunt. Hoe mooi is het, dat onze hersenen een natuurlijk aanpassingsvermogen hebben. Onderzoek laat zien dat als je regelmatig mediteert, je angstcentrum krimpt en je een dikkere prefrontale cortex krijgt. Hierdoor kun je beter focussen en relativeren. Bovendien zorgt meditatie ervoor dat je veerkracht en weerbaarheid ontwikkelt en ontdekt wat jij zelf echt wilt.’

‘We zien ook dat bij ons in de westerse wereld vooral de linkerhersenhelft overheerst. En hoe groter die disbalans tussen je hersenhelften wordt, hoe meer je de realiteit duaal gaat ervaren. Afgescheiden, en dat werkt gevoelens van eenzaamheid, angst en depressie in de hand. Als je regelmatig mediteert gaan die hersenhelften beter samenwerken, waardoor je beleving van de realiteit wordt zoals die eigenlijk is; alles is met alles verbonden. Je kunt zo gevoelens van angst, depressie, isolatie en eenzaamheid dempen op een natuurlijke manier.’

Is de belofte van ‘zelfherstellend vermogen’ niet iets waardoor mensen zich schuldig kunnen voelen als ze toch ziek(er) worden?
‘Er zijn geen garanties en het is niet zo dat je dwang moet voelen om positief te zijn. Iedereen is anders, heeft een ander levensverhaal en eigen “bagage”. Het is niet de bedoeling dat mensen zich schuldig voelen als het niet lukt. Wat we weten is dat als je probeert je overtuigingen zo positief mogelijk te maken je hersenen op een bepaald moment een positief verwachtingspatroon krijgen en dat zorgt voor positieve biologische effecten.’

Ons zorgsysteem is gefocust op ziekte in plaats van op gezondheid. Daar ligt ook de missie van ons netwerk, raakt dat ook aan de missie van jouw academie?
‘Zeker. Een transitie krijg je niet alleen voor elkaar, we hebben elkaar nodig. Met academie voor zelfherstel zoek ik daarom nadrukkelijk samenwerking en verbinding met organisaties en de reguliere gezondheidszorg. Het is en en, niet of of. Voor sommige aandoeningen moet je zo snel mogelijk bij de reguliere gezondheidszorg zijn, maar er is daarnaast zoveel wat je zelf kunt doen. Dat blijf ik delen.’

Kun je een voorbeeld geven van de verbinding die je maakt?
‘Naast mijn boek, dat gelukkig door steeds meer zorgprofessionals wordt gelezen en zelfs wordt ‘voorgeschreven’ aan hun patiënten, draag ik het gedachtegoed uit via lezingen, trainingen, workshops, coaching en gastlessen. Ik leg de verbinding tussen zelfherstel en bijvoorbeeld de Nederlandse Zorgautoriteit of Fit for surgery, waar ze mensen voorbereiden op operaties. Daarnaast heb ik verbinding gezocht met de Toon Hermans huizen voor mensen met kanker en hun naasten. Voor hen zijn visualisaties gericht op het afweersysteem erg zinvol. Waarom laten we mensen niet standaard voor een operatie een kwartier een visualisatie beluisteren? Er is zo veel winst te behalen.’

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat dit common sense wordt, wat kan het gedachtengoed verder helpen?
‘Om aandacht te vragen voor het gedachtengoed, blijf ik zoeken naar hoe en wie elkaar kunnen versterken. Ik zou graag in verbinding komen met mensen met een sleutelpositie in bijvoorbeeld een chirurgisch centrum die een pilot zouden willen doen met inzet van visualisaties voorafgaand aan operaties. Ik ben ervan overtuigd dat er een omslagpunt komt in de beweging die gaande is. Ik ben steeds hoopvoller. En ja, wat houdt dat tegen? Ik denk een kennisachterstand. Veel professionals hebben al moeite bij te blijven in het eigen vakgebied. Het begint ook natuurlijk bij de zorgopleidingen. Daar zit dit gedachtengoed nog  niet in.’

We willen via sociaal emotioneel leren kinderen in het onderwijs leren contact maken en woorden geven aan gevoelens en emoties. Denk jij dat dit gedachtengoed daarin goed is te integreren?
‘Jazeker! Ik zou graag willen dat het vanaf de kleuters door het hele onderwijssysteem ingevoerd zou worden, want door bijvoorbeeld mediteren gaan mensen zich meer verbonden voelen en dat zorgt voor vermindering van eenzaamheid en uitsluiting van andersdenkenden. Mensen die regelmatig mediteren worden veel altruïstischer en dat hebben we nodig in onze maatschappij. Iedereen wil gezien en gehoord worden. Via die meditatie en ademhalingsoefeningen veranderen je hersenen die kant op. Hoe mooi is dat! We moesten eigenlijk op onze knieën vallen van dankbaarheid dat wij dat kunnen.’

Je wil met dit verhaal niet te zweverig overkomen. Is dat ook iets wat er een beetje aan kleeft en wat bijvoorbeeld artsen of stoere pubers tegenhoudt hiervoor open te staan?
‘Dat is eigenlijk de missie van mijn boek. Omdat ik zelf heel erg wars was van zweverigheid weet ik bij uitstek hoe je ‘die mensen’ kunt bereiken. Naar mijn idee via de wetenschap en daarom heb ik de vertaalslag gemaakt naar wat wij praktisch hebben aan al die onderzoeken. Er is geen speld tussen te krijgen. Dat hoor ik ook terug, zelfs van mensen van de oude stempel. Het gaat ook om de manier waarop je het brengt. Vergeet die goeroes op bergtoppen. Ik benader het heel basic. Het is hersentraining, geestelijke hygiëne en net zo elementair als onder de douche gaan. Even een paar minuten voor jezelf om te ontspannen, meer zelfvertrouwen te krijgen, veerkracht te ontwikkelen en te weten wat je echt wil. Ik kan gerust zeggen dat ik zonder die meditaties nooit mijn carrièreswitch had aangedurfd. Dat heeft mij de kracht en vooral ook het vertrouwen gegeven. Ik ben ervan overtuigd dat we samen, met gelijkgestemden, de nodige en urgente transformatie van de zorg voor elkaar krijgen.’

Academie voor zelfherstel

Trainingen, lezingen, samenwerking en/of evidence based zelfherstelinterventies.

Boek: Zelfherstel van binnenuit

Ook weten hoe je je gedachten, gevoelens en overtuigingen kunt optimaliseren?

Terug

Interview René Cuperus: ‘Gezondheid als zelfredzaamheidsillusie?’

26 oktober 2022

Alleen met de menselijke maat kunnen we voorkomen dat Nederland afhaakt, aldus René Cuperus. Cuperus is columnist en specialist internationale politiek. Hij is verbonden aan Internationaal Instituut Clingendael en was strategisch adviseur van het programma ‘Democratie in Actie’ van VNG en Ministerie van Binnenlandse Zaken. Samen met Josse de Voogd publiceerde Cuperus dit jaar de Atlas van afgehaakt Nederland. Aan de hand van factoren als stemgedrag, armoede, opleiding en gezondheid brengen ze geografisch de groeiende kloof in beeld tussen ‘buitenstaanders en gevestigden’.

Waarom moest deze Atlas er komen?

Cuperus: ‘Vanuit een soort alarmgevoel dat de samenleving uit elkaar valt. Ons angstbeeld zijn Frankrijk en met name Amerika. Onder Donald Trump hebben we kunnen zien dat de samenleving in vijandelijke kampen is opgedeeld, waar geen compromis meer tussen mogelijk is. Dat is ook ons angstbeeld voor de toekomst van Europa: een samenleving die door harde tegenstellingen, nieuwe scheidslijnen en polarisatie uit elkaar valt. Zo is er een kloof tussen mensen die vinden dat het de goede kant op gaat met Nederland of dat het juist de slechte kant opgaat. Een kortsluiting tussen hoog en middelbaar opgeleiden en tussen de Randstad en de regio’s. Uit zorgen daarover en om beleidsmakers te waarschuwen zodat ook de rest van Nederland meekomt, is de Atlas ontwikkeld. Met de Atlas willen we bijdragen aan het debat over maatschappelijke en regionale verschillen. Het is nodig om te begrijpen wat polarisatie langs nieuwe scheidslijnen kan temperen.’

Wat versta je onder afgehaakt?

‘Afgehaakt Nederland is niet helemaal zelf verzonnen, het komt van een oud rapport van de Commissie Remkes. Zo’n vijf jaar geleden was er een staatscommissie parlementair stelsel met daarin het harde statement dat een derde van Nederland is afgehaakt of dreigt af te haken van de parlementaire democratie. Die groep ervaart dat het systeem niet meer voor hen werkt. Grote delen van Nederland hebben het gevoel niet te worden vertegenwoordigd in de politiek, in de beleidswereld of in bestuurlijk Nederland. Of dat ze er niet door gerespecteerd worden. Het kan sociaal economisch redelijk gaan maar je hebt toch het gevoel dat je in Groningen, Friesland of in Limburg niet meetelt in de toekomst van Nederland. Daar gaat het gevoel van afgehaakt Nederland over: doen we nog mee, tellen we nog mee, worden we nog gezien en worden we nog gerespecteerd.’

Welke conclusie kun je trekken uit de Atlas, welke patronen heb je gevonden?

‘Hoe verder van de randstad, van grote steden, hoe meer afgehaakt mensen zich voelen. Dit is meer dan een onderbuikgevoel, het is reële verandering ten nadele van hun wereld. Het gaat om de krimpgebieden van Nederland, dorpen waar de laatste school of supermarkt weggaat. Waar de ondernemende mensen of succesvolle jongeren wegtrekken en niet meer terugkomen. Wel is het complexer dan alleen randstad en regio. In de regio heb je hele booming steden en gebieden, zoals stad Groningen, terwijl je in de Randstad afgehaakte plaatsen hebt, zoals IJmuiden.‘

Wie zijn er afgehaakt?

‘Verrassend uit de Atlas komt dat gezondheid een harde factor blijkt te zijn bij stemgedrag. Veel mensen die ongezond zijn, lijken afgehaakt, wat vooral betekent dat je niet op de gevestigde politiek stemt of helemaal niet meer stemt. Daarbij maken we onderscheid tussen buitenstaanders en gevestigden. Zo nuanceren we het woord ‘afgehaakt’, anders klinkt het alsof het de schuld is van de mensen zelf. Het zijn meer ‘tot afgehaakt gemaakten’: weggeduwde mensen door de maatschappelijke ontwikkeling in de samenleving, waar zij verliezers van zijn. Denk aan beroepen en tradities getroffen door moderne ontwikkelingen, zoals de boeren die door de klimaat- en stikstofcrisis worden getroffen. Daar zit onbehagen onder en leidt tot afgehaaktheid en het gevoel dat je er niet toe doet.’

Door welke maatschappelijke ontwikkelingen zijn er mensen ‘afgehaakt gemaakt’?

‘Door langdurige trends als globalisering, individualisering, de opmars van hogeropgeleiden in politiek, media en organisaties, door het proces van migratie. Onze samenleving is in sneltreinvaart enorm veranderd, en niet iedereen heeft daar van kunnen profiteren. Niet kunnen leren betekent automatisch een probleem hebben met de kennissamenleving van vandaag. De druk voor kinderen om naar havo/vwo te gaan terwijl vmbo in het verdomhoekje zit, maakt dat de samenleving in kansrijken en kansarmen uit elkaar valt. Dat heeft te maken met globalisering, en met het feit dat Nederland een postindustriële kenniseconomie is geworden. De flexibilisering van de arbeid vormt een stressfactor en een ongezondheidsfactor voor ‘de onderkant’ van de samenleving, zoals voor de koffersjouwers op Schiphol.

We zitten in een tijd van transities. Dat scheidt mensen die goed met verandering om kunnen gaan van mensen die slecht tegen verandering kunnen. Bij genoeg sociaal financieel en cultureel kapitaal kun je beter tegen verandering. Als je slecht in je schoenen staat dan is elke transitie een bedreiging in plaats van een kans. Niet iedereen zit dus positief in de wedstrijd. Er is een clash over de toekomstkoers van Nederland waarbij een groot deel het gevoel heeft dat het niet de goede kant op gaat met ons land. De clash is een belangrijke factor bij de ontwikkeling waarbij tegenstellingen ontstaan.’

De gezondheidskaart is dé politieke kaart van Nederland’, zei Josse de Voogd tegen de Volkskrant. Hoe zie je het verband tussen gezondheid en stemgedrag?

‘Gezondheid is een soort maatschappelijke alarmbel. Ongezondheid laat als een barometer zien waar zich maatschappelijke problemen voordoen, waar we iets aan moeten doen. In Zaanstad bijvoorbeeld zijn het precies de wijken met de slechtste gezondheid waar het minst wordt gestemd. De tragiek is dat de mensen die de overheid en de politiek het meest nodig hebben het minst stemmen. En nog tragischer: hoe meer je in de systemen van de overheid zit hoe negatiever de ervaringen vaak zijn. In plaats van een gevoel van bescherming (wat zou moeten in onze verzorgingsstaat), levert overheidscontact te veel een gevoel van krenking op.
Het is een mythe dat alleen je eigen levensstijl je gezondheid bepaalt. Daar spelen veel meer factoren, zoals sociale en omgevingsfactoren. Ongezonde mensen wonen vaak bij fabrieken of een snelweg. Of zijn ongezond door overlevingsstress. Hebben te maken met vies en onregelmatig werk.

Tijdens de coronacrisis hebben we dat kunnen zien: de scheiding tussen hen die achter hun laptop veilig thuis konden werken, en zij die onder de mensen moesten, als schoonmaker, arbeider in de melkfabriek of als buschauffeur, en daardoor vaker corona opliepen. Het gaat om een complexe combinatie van individuele en sociale factoren, die maken dat de mensen die aan de onderkant van de samenleving moeten functioneren ook ongezond zijn en een lagere levensverwachting hebben. Het is daarom een politiek fenomeen geworden. Daar waar mensen ongezond zijn ontstaat het grootste onbehagen tegen het politieke establishment.’

Welke hoopvolle boodschap draagt de Atlas uit?

‘We hebben vastgesteld dat er dwars door Nederland een, wat wij noemen, Burgerschapszone loopt; vooral in Noord Oost-Nederland. Daar is de gemeenschapszin heel goed ontwikkeld. Gezondheid, welzijn (brede welvaart) en geluk is er veel groter dan in de rest van Nederland. Men helpt elkaar, er is sociale samenhang, weinig obesitas, er wordt meer aan vrijwilligerswerk gedaan, kerken functioneren er vaak nog. In Twente, Noord-Overijssel en Friesland is gezondheid beter dan in de rest van Nederland, ook in gebieden met een relatieve lage opleiding en sociaal-economische status. Die scoren daar veel beter dan je statistische gezien zou mogen verwachten. Zo ben je gelukkiger als werkloze of WAO’er in Meppel dan in Schiedam, om het simpel te zeggen. Een hoopvol verhaal uit de Atlas dat past bij het gedachtegoed van Positieve Gezondheid: de samenleving doet ertoe. Hoe meer sociale samenhang je organiseert hoe gelukkiger mensen worden, ongeacht opleiding of sociaaleconomische status.’

Welke boodschap in relatie tot gezondheidsbeleving baart je zorgen?

‘In Remkes’ laatste rapport over de boerenprotesten benadrukt hij dat we moeten oppassen dat de Randstad en de regio’s niet uit elkaar drijven. De vraag is dan ook: ‘Hoe houden we de samenleving bij elkaar met onderling respect voor opvattingen die anders zijn dan de onze in een wereld van bubbels en woke-ism. Waarin iedereen moeite heeft met opvattingen die anders zijn?’ Mijn zorg is dat het , op zich zeer goed bedoelde, gezondheidsoffensief precies langs de lijnen van polarisatie en tegenstellingen van hoog en laagopgeleiden loopt. Gezondheid dreigt een nieuw element in de culture war tussen hoogopgeleiden en laagopgeleiden te worden.

Waar ik voor waarschuw is dat met name grootstedelijke progressieven niet top-down hun klimaat- en gezondheidsobsessie aan de rest van de samenleving moeten gaan opleggen. Een beschavingsoffensief van hun eigen levensstijl. Vlees en bier radicaal gaan demoniseren of verbieden. Dat zou een riskante populistische backlash kunnen geven. Gevaarlijk, want hoe ga je met respect om met andere mensen die niet 100% gezond willen leven? Hoe ga je met empathie de gezondheidsbeweging lanceren? Gelukkig leven hoeft niet altijd gezond te zijn en andersom. Als je ongezond bent, of in de overleefstand zit, maakt dat de kloof met beleidsmakers die in hun eigen bubbel zitten groter. Wees nieuwsgieriger naar de verschillen in de samenleving.’

Het thema van ons jaarcongres is Onderstroom. Hoe kijk je zelf naar onderstroom en hoe denk je dat aandacht ervoor kan helpen de kloof tussen de leefwereld van bewoners en beleid te dichten?

‘Ik vind jullie thema van de ontregeling van de systeemwereld goed gekozen. De afstand met de leefwereld moet doorbroken worden. Het is goed om voorzichtig te zijn met ict-systemen en algoritmen (Toeslagenaffaire) en terug naar de menselijke maat in plaats van de ‘handige’ ict-systemen waar mensen zich niet door erkend en herkend voelen. De overheid kan weer een menselijk gezicht krijgen. Als het boek van Rutger Bregman klopt (waar ik niet helemaal zeker van ben) en de meeste mensen deugen, dan zouden alle systemen van overheid en beleid heringericht kunnen worden op vertrouwen in plaats van op wantrouwen. Op zo’n manier dat mensen weer het gevoel krijgen dat ze beschermd en geholpen worden. De wereld is onnodig ingewikkeld gemaakt, ingericht vanuit de logica van beleidsmakers. Alle systemen en beleidsregelingen kun je het beste heel radicaal doordenken vanuit de burger, door mensen buiten de bubbel. Het wemelt van regelingen en instanties. Burgers raken totaal de weg kwijt in het bestuurlijk-maatschappelijk labyrint, waardoor er geen gebruik van wordt gemaakt. Neem één persoon, een instantie, aanspreekpunt, één gids die je helpt in dat systeem je weg te vinden en maak het laagdrempelig.’

‘Alle systemen en beleidsregelingen kun je het beste heel radicaal doordenken vanuit de burger’

Jaarcongres Onderstroom

René Cuperus spreekt ook op ons jaarcongres 3 november in Amersfoort.

Atlas van afgehaakt Nederland

Meer weten over de Atlas en meteen bekijken?

Terug

Interview Joost Bijlsma: ‘Het levensbelang van een nieuw perspectief’

20 oktober 2022

De focus op economisch gewin in plaats van op gezondheid van mensen, dwingt zorgprofessionals regelmatig in een hoek ver van hun beroepsethiek. Een situatie die verandering stimuleert, zo blijkt uit de vele praktijkvoorbeelden die het boek Heel de zorg rijk is. Van het afstappen van narcosegas, via duurzamer (ver)bouwen tot het stoppen met plastic verpakkingen en medicijnverspilling. Auteurs Cathy van Beek en Joost Bijlsma leiden ons naar een inspirerend zorglandschap dat zinniger, zuiniger en zonniger is.

Waarom moest dit boek er komen?
Bijlsma: ‘Ik wilde tien jaar geleden al verhalen over duurzame zorg schrijven, maar toen leefde dit thema totaal nog niet. De urgentie die toen miste is er nu wel. Met mede-auteur Cathy van Beek kwam ik tot de conclusie dat er diverse bewegingen op gang zijn gekomen en dat in de zorg behoefte is aan inspirerende verhalen van pioniers. Iedereen beseft dat er iets moet veranderen, maar wat moeten we met dat besef? Het is echt een groot misverstand dat het wat dingetjes doen is en dat het huidige systeem op de oude voet kan doorgaan. Er is echt een paradigmashift nodig en integrale verandering. Dat zorgt voor verwarring. Want waar moet je beginnen?’

Heel de zorg is ingedeeld als reisgids. Waarom?
‘We stellen mensen via een motiverende route met verhalen, routekaarten en tips in staat een reis naar duurzame zorg te maken. De pioniers die aan bod komen laten zien hoe het anders kan. Ik denk dat het belangrijk is, dat je vanuit het scheppen van een mooiere toekomst gaat denken. Positieve Gezondheid, is daar in mijn ogen een heel goed beginpunt in. De basis van duurzame zorg moet zijn dat we heel anders gaan kijken naar gezondheid.’ (Dit komt terug in hoofdstuk Zinnige Zorg.)

Jij signaleert als reisleider dat het bedrijfsleven verder is dan de zorg als het gaat om duurzame ontwikkelingen.
‘Het bedrijfsleven is eerder begonnen met duurzame stappen. Mooie voorbeelden als Interface en Patagonia laten zien hoe je integraal kunt verduurzamen. Wat je daar duidelijk ziet, is dat de leiding duidelijke doelen stelt en de eigen medewerkers ruimte geeft om zelf de organisatie te hervormen. Dat wil je in de zorg ook. Professionals die het zelf dragen en het goede voorbeeld geven op het gebied van duurzame zorg. Zorgprofessionals kunnen koplopers zijn in verduurzaming. Ze eindigen steevast bovenaan in lijsten van vertrouwde beroepen. De arts, verpleegkundige of psychiater is geloofwaardig om bijvoorbeeld mensen te overtuigen van een gezondere en duurzamere leefstijl. Zeker als ze zelf met hun duurzame praktijk of leefstijl het goede voorbeeld geven.’

Net als in het bedrijfsleven draait het in de zorg om financiële belangen. Is dat ook een van de zaken die mis zijn in het huidige systeem?
‘Het bedrijfsmatige denken is op bepaalde plekken in de zorg een probleem. Dat heeft vooral met de bekostiging te maken die gericht is op productie en onvoldoende op uitkomsten. Je zou willen dat het gaat om gezondheidswinst en niet zozeer om zoveel mogelijk zorg produceren. Zeker in het duurzame denken is het juist belangrijk dat je minder zorgproductie wilt en meer gezondheid. Want minder zorgproductie betekent ook minder uitstoot en minder milieubelasting.

Is er sprake van krachtenbundeling op gebied van verduurzaming in de zorg?
‘Ja, achter veel verhalen zit echt een beweging. Denk aan voorbeelden als Niek Sperna Weiland (pg 114) die een beweging op gang heeft gezet rond het verminderen van anesthesiegassen in het Amsterdam UMC en daarbuiten, of de stroming rond de Groene OK die is ontstaan is in het Radboudumc of het verhaal van Jelle Ferwerda (pg 119) die een beweging rond duurzame voeding op gang heeft gebracht waar uiteindelijk ook Diverzio uit voortgekomen is. Je ziet nu ook al dat de diverse bewegingen hun krachten weer bundelen in de Groene Zorg Alliantie. Die verbindingen en samenwerkingen zijn nodig, want als we willen dat bijvoorbeeld de farmacie standaard pillen in milieuvriendelijke verpakkingen gaat aanbieden, dan zullen heel veel zorgaanbieders in Europa samen druk moeten uitoefenen. Die beweging moet heel groot worden wil het écht veranderen, liefst wereldwijd. Gary Cohen, een van de gidsen in het boek, is mede-initiatiefnemer van de wereldwijde beweging Health Care without Harm. Die beweging begint best invloedrijk te worden, maar ook daar moet nog veel meer power achter komen.’

Wat me opviel is de discrepantie tussen evidence based-werken, alleen doen en vergoeden wat nuttig is aan de ene kant en willen innoveren en veranderen aan de andere kant. Voor verandering is toch ruimte en experiment nodig?
‘Ik snap wat je zegt, dat wrijft. Binnen organisaties is inderdaad volop ruimte nodig voor het experiment. En rigide meten, vanuit ziektedenken in plaats van gezondheidsdenken is te beperkend. Bij het vergoeden en toelaten van nieuwe vindingen zou je vaker moeten toetsen op duurzaamheid of werkzaamheid, waarbij je kijkt naar uitkomsten en gezondheidswinst. Als je het plat slaat, zou ik zeggen dat iedereen in de zorg zijn eigen werk opnieuw moet uitvinden en daarbij moet nadenken over de vraag: hoe kan ik mijn werk zo doen, dat het zo min mogelijk schade voor de planeet oplevert, dat het onze grondstoffen zo min mogelijk uitput en ook dat ik niet mezelf of mijn collega’s uitput?’

Voorbeelden in jullie boek gaan ook over verder kijken dan financieel belang van de organisatie, iets goed doen voor de cliënt en kijken naar de kwaliteit van leven. Kan dat zorgen voor meer voldoening voor de professional (en minder uitputting)?
‘Ja, die insteek is de basis en daarmee kun je het hoge ziekteverzuim en personeelstekort terugdringen. Het hoofdpijndossier van nu. Niet iedereen ziet dat nu nog omdat een transitie chaotisch verloopt. We zitten in een overgang van tijdperken en we zoeken naar nieuwe waarden. Daarom was het ook zo mooi om dit boek te schrijven, want de pioniers laten nu al zien hoe de toekomst eruit kan zien. Zij laten zien dat de bestemming waar we naartoe reizen misschien wel mooier is in plaats van minder. We hebben het de hele tijd over minder. Minder veeteelt en minder zorg, terwijl het misschien wel meer is. Meer geluk en meer gezondheid; het gaat om andere waarden. Dat perspectief hebben mensen in deze chaotische periode nodig.’

Jij hebt het over een overgang van tijdperken. Van welk tijdperk naar welk tijdperk gaan we in jouw ogen?
‘Je ziet de overgang van het economische tijdperk, dat sterk gericht is op winstmaximalisatie, productie en concurrentie, naar een economisch model met meer samenwerken dat veel beter omgaat met schaarse hulpbronnen en met mensen. Fossiele brandstoffen raken op, de schade daarvan neemt toe en macht daarover veroorzaakt ongelijkheid. Het lijkt extra ingewikkeld door de grote polarisatie. Het wordt voortdurend geframed als een botsing links-rechts. Maar het is in mijn ogen helemaal niet ‘tegen elkaar’, maar het herontdekken dat we in een systeem leven waar iedereen van elkaar afhankelijk is.’

Hoe kunnen we met elkaar het veranderproces verder versnellen?
‘Het kost veel tijd en heel lastig is de gefragmenteerde politiek, terwijl een integrale visie nodig is. Het zijn systemen die met elkaar te maken hebben. De boeren en ook de zorg moeten het anders gaan doen. Dat kan alleen als de zorg en de boeren elkaar stimuleren, bijvoorbeeld als een boer zijn biologische streekproducten kwijt kan aan de zorg in de buurt. Nu zeggen we het moet minder en we hebben geen perspectief. Maar het perspectief is er wel: samenwerken aan een nieuwe economie. Er is wel een verbinding met ‘We willen een leefbare aarde voor onze kinderen’, maar voor iedereen is er een andere trigger denk ik. Waar de een aanslaat aan op een gezonde leefstijl, doet de ander dat meer op bijvoorbeeld rijden in een elektrische auto. Je kunt niet met één verhaal iedereen motiveren.’

‘We moeten herontdekken dat we in een systeem leven waar iedereen van elkaar afhankelijk is’

 

 

 

Heel de zorg

Meer weten over het boek of een exemplaar bestellen?

Terug

Interview Tim ’S Jongers: Niets zo discriminerend als een diploma

18 oktober 2022

Tim ’S Jongers politicoloog, publicist en directeur van de Wiardi Beckman Stichting wil de brug slaan tussen de wereld van bestuurders en die van mensen die opgroeien in achterstandswijken. Een brug over een onderstroom van misleidende aannames en systeembelemmeringen die de kloof in stand houdt. We spreken ’S Jongers als opmaat voor ons jaarcongres waar hij acte de présence geeft.

We praten en denken veel over mensen uit achterstandswijken in plaats van dat we met ze praten. Hoe kunnen we dat veranderen?
‘Als je dat echt wilt, dan zal je iemand een stoel moeten aanbieden. Zo simpel is het. Waarom mogen bepaalde mensen wel en anderen en niet aan tafel zitten? Wie houden we buiten? Het is vreemd dat mensen die niets afweten van leven in armoede daar wel besluiten over nemen en beleid op maken. Je laat iemand die nog nooit in Amerika is geweest toch ook geen presentatie over Amerika houden? We zijn al een heel eind als we erkennen dat we bepaalde dingen niet weten en ons principieel bescheiden opstellen.’

Hoe kunnen we zorgen dat de kloof kleiner wordt?
‘Je ziet vaak panels van zogenaamde ervaringsdeskundigen. Maar dan blijven het ervaringsdeskundigen tegenover professionals. Ervaringsdeskundigheid moet geen identiteit worden, maar het moet gaan over het inzetten van die ervaringskennis. En over samenwerken. Er is niets zo discriminerend als een diploma. We kunnen ons afvragen of onze selectiemechanismen wel voldoen aan de behoefte van de maatschappij. Wat in bijvoorbeeld achterstandswijken voor de een werk is, is voor de ander zijn leven. We moeten samenwerken vanuit wederzijds vertrouwen.’

Preventie is in jouw ogen te vaak gericht op leefstijl, terwijl achterliggende structurele factoren een rol spelen. Welke zijn dat?
‘Dat kan om verschillende dingen gaan zoals een goede woning, werk, goed onderwijs, en noem maar op. We zouden moeten kijken naar de omstandigheden die bijdragen aan ongezondheid en erachter komen wat iemands leven fijner zou maken. De vraag zou moeten zijn: waar heeft u behoefte aan? Nu redeneren we vooral vanuit: waar hebt u recht op. Terwijl, de beste kans op een gezond leven is een goed leven. Als je opgroeit in een getroebleerd, liefdeloos gezin of in een krot woont, dan weet je dat het mis gaat. Je gaat risico’s nemen. Ik noem dat het niets te verliezen gevoel.’

Heb je tot slot een tip voor professionals uit ons netwerk?
‘Mensen komen naar bijeenkomsten waar ik vertel dat er iets moet gebeuren aan de kloof tussen het beleid en de werkelijkheid in een achterstandswijk. Hun komst is een hele eer, maar ze hadden op dat moment ook naar de voedselbank kunnen gaan, naar de Haagse Markt of het buurthuis. Het wordt als drempel ervaren om ‘ze’ aan te spreken, maar niet om er beleid over te maken. Onderzoeksvragen worden nooit geformuleerd door mensen uit een achterstandswijk, omdat zij doorgaans niet studeren. Het zou mooi zijn als onderzoekers dat wel samen met bewoners doen. Zij weten wat er nodig is. Want nogmaals: het is hún leven.

(Foto Tim: Peter van Beek)

 

Publicaties

Voor De Correspondent schrijft Tim over sociale mobiliteit.

Congres en webcast Onderstroom

Tim ’S Jongers sprak op het Jaarcongres en tijdens de livecast.

Terug

Interview psycholoog Najla: ‘Iedereen is op zoek naar verbondenheid’

Najla werkt als GZ-psycholoog en deelt op haar website en via (sociale) mediakanalen hoe wetenschappelijk bewezen adviezen en technieken kunnen worden toegepast in het dagelijks leven. Ze werkt samen met influencers en heeft zelf een trouw publiek van 25 duizend volgers, waaronder een groot aantal jongeren. Als voorproefje op haar optreden op ons jaarcongres spraken wij haar over haar projecten, haar kijk op de huidige maatschappij en de behoeften van jongeren. 

Hoe kijk jij aan tegen (Positieve) gezondheid?
‘Iedere zoveel jaar ontstaan in de psychiatrie en in de jeugdhulpverlening weer nieuwe stromingen. Ik sta helemaal achter het gedachtegoed van Machteld Huber, waarbij je kijkt naar verschillende levensgebieden. Ik werk met jongeren en dan is dat kijken naar ‘waar, op welk gebied, ga je stappen zetten’ eigenlijk iets natuurlijks. Je bent gedwongen verder te kijken dan hun psychische klachten, want jongeren leven in een gezinssysteem, ze zijn op sociaal vlak aan het ontwikkelen en ze gaan naar school.’

We zien lange wachtlijsten en al jaren vertelt het nieuws ons dat het alleen maar slechter gaat met die jongeren. Hoe kunnen we het tij keren?
‘Het probleem van de wachtlijsten geldt niet alleen voor de psychiatrie, maar ook binnen de jeugdhulpverlening en in het voorliggend veld. Zo kunnen milde klachten zich opstapelen en dan krijg je een groter probleem dat een meer intensieve en meer langdurige behandeling nodig heeft. En die doorstroom wordt ook nog eens belemmerd als je vanuit andere kanten ondersteuning wilt inzetten, want ook daar heb je wachtlijsten. Dat vind ik wel ingewikkeld. Ik maak me er zorgen over hoe weinig een groot aantal mensen eigenlijk weten over mentale gezondheid. Veel mensen weten niet goed hoe ze met slaapproblemen om moeten gaan, of met sombere gevoelens. We zouden moeten leren hoe je daarnaar kunt kijken wat je eraan kunt doen.’

We leren niet met tegenslagen en emoties omgaan, maar jongeren worden wel via (sociale) media, familie en vrienden overspoeld met adviezen als: ‘Je kunt alles worden wat je wilt als je maar je best doet.’ Hoe denk je dat dat veranderd kan worden?
‘Ikzelf probeer me op een aantal vlakken in te zetten. Ik probeer jongeren te stimuleren om te praten over wat voor hen moeilijk is. Of dat nou met elkaar is of met ouders of met belangrijke anderen zoals een mentor of huisarts. Ik doe dit via mijn eigen social mediakanalen. Daarnaast  zet me in via andere kanalen. Ik ben bijvoorbeeld bij Stichting Durf Te Vragen betrokken. Een stichting met ambassadeurs die onder kinderen en jongeren miljoenen volgers op social media hebben. We hebben met steun van het Ministerie van VWS het programma Taboeiend ontwikkeld om op scholen met jongeren te praten over emoties en het vragen van hulp. Ook buiten de stichting doe ik mijn best om influencers die op social media een rolmodel zijn de taboe rondom mentale gezondheidsklachten te laten doorbreken. Bijvoorbeeld via het gamingkanaal Twitch met livestreams van twee influencers met een enorm bereik.

We zien dat wat gedeeld wordt vaak of perfect is of juist helemaal mis. Is het niet goed om ook kleine tegenslagen te delen om daarmee om te leren gaan?
‘Ja, dat vind ik heel goed bij Taboeiend. Dat gaat over de grotere problemen, maar ook bijvoorbeeld over hoe je omgaat met de scheiding van je ouders of met onzekerheid. Het gaat erom dat je emoties mag ervaren en dat negatieve emoties ook oké zijn. Je kunt ze als kompas zien en ontdekken. Wat vind ik belangrijk, wat zegt het over mij, hoe wil ik handelen. Jongeren leren ook als dingen zich opstapelen om daar beter mee om te gaan. En het is fijn dat ze weten dat je daarover mag en kan praten en hulp kunt inschakelen wanneer dat nodig is. Dat doe je ook met je lichamelijke gezondheid. Dan is dat taboe er een stuk minder.’

Er is veel te doen over de mentale gezondheid van jongeren. Krijg jij van de jongeren zelf te horen wat er speelt?
‘Een op de vijf jongeren kampt met psychische klachten en je ziet ook de grotere mentale gezondheidsproblemen. Er zijn natuurlijk thema’s die heel veel jongeren raken, zoals prestatiedruk, faalangst en onzekerheid, verliefdheid en pesten hoor je veel terug. Eenzaamheid is ook een belangrijk thema, zeker tijdens de coronaperiode. Op sociale media heb je nu de BeReal -app waarop jongeren de hele dag met elkaar delen wat ze aan het doen zijn. Weer iets dat veel druk neerlegt om constant een leuk en interessant leven te leiden.’

Wat is de echte behoefte van de jongeren die bij jou terechtkomen?
‘Het eerste wat in mij opkomt is ‘erbij horen’. Dat is natuurlijk een oerinstinct, een psychologische basisbehoefte. Mensen zijn van nature groepsdieren, dus wanneer je niet bij een groep hoorde, dan had je minder grote overlevingskans. Als je nu niet het gevoel hebt dat je verbonden bent, kun je mentale gezondheidsklachten ontwikkelen zoals angsten en somberheid. Ik denk dat dat interessante leven leiden, perfect zijn en het goed moeten presteren allemaal te maken heeft met acceptatie. De schema therapeutische benadering kijkt bijvoorbeeld vanuit die basisbehoefte van de mens. Hoe kun je die in vervulling brengen en waardoor wordt die behoefte bedreigd in onze maatschappij?’

Hoe kunnen wij in jouw ogen zorgen voor een gezondere omgeving voor de jongeren?
‘Onderzoeken wijzen uit, dat sociale media echt een onderdeel zijn van de wereld van jongeren, dus ik geloof dat het goed is jongeren weerbaar te maken en te leren hoe je het beste met die media om kunt gaan. Het verbaast me dat er zo weinig aandacht is voor mentale gezondheid. In een maatschappij waarin zoveel van je gevraagd wordt, zou ik het heel logisch vinden als omgang met je mentale gezondheid een schoolvak is. Ruim een miljoen mensen gebruiken antidepressiva in Nederland, burn out is beroepsziekte nummer één en een op de vijf jongeren heeft last van psychische klachten.
Het is bizar dat we meer leren over jodium op je wondje doen en je handen wassen, terwijl onze mentale gezondheid zoveel impact heeft op onze maatschappij en onze ontwikkeling. Als ik aan gemiddelde mens vraag wat ze doen op het moment dat je somber bent, of een winterdip hebt, denk ik dat 9 van de 10 mensen niet goed weet hoe ze daar aandacht aan moeten geven. Dat kan vooraf gaan aan een depressie, dus als mensen daar wel mee om kunnen gaan, omdat ze dat geleerd hebben dan zijn ze weerbaarder voorkom je ook een heleboel leed en wachtlijsten.’

Denk je dat zingeving, wat wil je nou echt, waar ligt je passie, waarvoor wil je wakker worden ook neer aandacht moet krijgen in bijvoorbeeld het onderwijs?
‘Ik sta daar een beetje dubbel in. Aan de ene kant vind ik het lastig dat altijd alles beter, leuker en grootser moet. Waar de ouders van de jongeren van nu eerder blij waren met een kantoorbaan of een baan in een fabriek, omdat ze daar gewoon hun werk konden doen en sociaal contact hadden, hebben de jongeren van nu vaak grootste dromen die niet altijd reëel zijn. Ik denk dat het belangrijk is om tevreden te kunnen zijn met wat er is en daar je voldoening uit te halen in plaats van altijd maar het hoogst haalbare nastreven. Aan de andere kant weten we dat een doel hebben belangrijk is. Denk aan het Japanse Ikigai. Mensen worden ouder en leiden een gelukkiger leven omdat zij een doel of reden hebben om voor te leven. Niet dat je per se tot je dood door moet werken, maar je voelt je nuttig en hebt een reden om je bed uit te komen.’

Je werkt met aantal partijen om nog meer mensen te bereiken. Heb je tips voor de organisatie uit ons netwerk als die een bepaalde groep willen bereiken?
‘Wat mij opvalt is dat er heel veel initiatieven ontstaan en allerlei apps en online zelfhulpprogramma’s worden ontwikkeld gericht op mentale gezondheid. In de praktijk merk ik dat niet veel van de jongeren met wie ik werk daar gebruik van maken. Ik werk wel af en toe mee aan de promotie en de ontwikkeling van dat soort apps, want er zijn goede bij, maar ik denk dat het meer in de basis moet zitten. De thema’s echt implementeren in het onderwijs, de media (zowel sociaal als regulier) en ouders erbij betrekken. Wat bestaat er al wat een groot publiek bereikt en hoe kunnen we er daarvoor zorgen dat de kennis vergroot wordt in plaats van allerlei losse nieuwe initiatieven opzetten en proberen die aan de man te brengen.’

Krijg jij veel reacties en directe vragen via je socialmediakanalen?
Ja, inmiddels veel te veel. Ik stimuleer mensen hulp te zoeken binnen hun eigen netwerk. Dit kan zowel bij vrienden, familie of vertrouwenspersonen of bij een professional. Ik probeer dit te doen door aan te geven waar ze professionele hulp kunnen vinden en wat hier bij komt kijken. Veel gestelde vragen hierover beantwoord ik bijvoorbeeld in YouTube Q&A video’s op mijn kanaal. Jongeren denken bijvoorbeeld vaak dat het geld kost om naar een psycholoog te gaan of dat je ouders overal over geïnformeerd worden, dus dat soort dingen leg ik wel uit. De nieuwe hulp online route voor jongeren is ook mooi om te gaan delen.

 

 

Psycholoog Najla

Najla deelt hoe je wetenschappelijk bewezen adviezen en technieken in je eigen leven kunt toepassen.

Najla op ons jaarcongres

Najla sprak op ons jaarcongres met het thema onderstroom in Amersfoort.

YouTubekanaal

Najla deelt tips en beantwoord vragen in haar video’s.

Terug

Interview met Machteld Huber in Psychologie Magazine

19 augustus 2022

In Psychologie Magazine editie 9, is een interview met Machteld Huber te lezen. In een vraaggesprek belicht Machteld de definitie van gezondheid, het belang van zingeving en de noodzaak om gevoelens te voelen. Benieuwd naar het artikel? Koop het magazine in de winkel of bekijk de PDF.

 

Terug

Gezond gesprek Martine de Vaan: nu is de kans om wandelend vergaderen blijvend te laten zijn

14 juni 2022

Met het boek Walk your meeting inspireert Martine de Vaan steeds meer mensen om lopen in de werkdag te integreren. De Gezondheidsenquête (CBS/RIVM, mei 2022), laat zien dat volwassenen tussen de 18 en 35 jaar in 2021 minder bewogen dan in de voorgaande jaren. Onvoldoende lichaamsbeweging brengt ernstige gezondheidsrisico’s met zich mee en structureel meer bewegen tijdens de werkdag kan daar iets aan doen. Reden genoeg voor Karen van Ruiten om een gezond gesprek te voeren met Martine.

Hoe is je liefde voor wandelen ontstaan?
‘Ik ben graag buiten en wandelend kom je op de mooiste plekken. Binnen ben je afgeschermd van de wereld; je hoort geen vogels, merkt soms niet eens wat voor weer het is. Lopen is ook een heel fijne manier om je door een stad, door de wereld, te verplaatsen. Het gaat traag genoeg om dingen echt te zien, of contact te maken met iemand die je tegenkomt. Op de fiets zeg je sneller in het voorbijgaan gedag, of je moet in een split second beslissen om te stoppen . Bij wandelen gaat dat natuurlijker. Ook kun je betere gesprekken voeren.’

Je bent wandelmeetings weetings gaan noemen. Waarom richtte je ‘Weeting’ op?
‘Om drie redenen. Ten eerste wil ik mensen meer verbinden met hun directe omgeving, in de hoop dat ze er meer belang aan hechten. In het wandelend vergaderen zag ik daar kans toe. Ten tweede geloof ik niet dat we op de goede weg zijn in de manier waarop we mensen motiveren om te bewegen; we presenteren bewegen als een extra opgave waarvoor je tijd moet maken. Je moet je werk onderbreken om te gaan bewegen. Het dagelijks leven is in onze samenleving georganiseerd om het jou makkelijk te maken, je hoeft zelfs niet meer op te staan om het licht aan te doen. Ook cultuur speelt een rol. “Gaat u zitten” is een uiting van gastvrijheid. Intussen wordt je verteld dat je moet bewegen. Dat is frustrerend. Ik denk dus dat we fundamenteler moeten kijken, bijvoorbeeld naar onze werkmethoden. Daarnaast zijn er veel mensen die afhaken bij het woord sport, die groep bereik je niet. Ten derde vind ik dat vergaderingen productiever en energieker mogen. Een wandelmeeting met een grotere groep deelnemers vraagt wel wat van de initiator of voorzitter met betrekking tot de voorbereiding, het ontwerp, de begeleiding en design van de sessie. Toch nog even ter aanvulling: het is een simpel, goed idee dat weinig tot niks kost.’

Wat was je aanpak?
‘Miljoenen Nederlanders hebben hetzelfde probleem van te weinig bewegen en te veel zitten. Ik wilde kantoorwerkers vooral inspireren zelf een Weeting te gaan doen. In eerste instantie bleef het vaak bij een keer. Mensen gaan vaak met plezier mee weeten als je ze uitnodigt , toch is dat iets heel anders dan dat ze het structureel zelf gaan doen en op hun beurt anderen uitnodigen. Ik constateerde dat er meerdere acties tegelijkertijd nodig waren om een organisatie in beweging te krijgen en richtte me stapsgewijs op wat er miste. Zoals het ontbreken van routes. Mensen kennen hun werkomgeving vaak niet zo goed. Met een route weet je zeker dat de afstand past bij de beschikbare tijd, en dat je op tijd terug bent. Ik richtte me vervolgens op het geven van workshops om meer tools te bieden. Overigens bleek mijn aanname juist dat een telefoon heel handig is om op grotere schaal routes te verspreiden, maar dat mensen het fijn vinden om tijdens een wandelmeeting de telefoon weg te doen en met elkaar te zijn zonder digitale prikkels.’

Er zijn steeds meer mensen die ‘Weeting’ integreren in de dagelijkse routine. Hoe komt dat?
‘Een samenloop van dingen. Steeds meer bewustwording van hoe ongezond zitten is; meer flexibiliteit in werken, ondanks dat veel mensen zich nog schuldig voelen als ze naar buiten lopen. Dat in combinatie met de coronapandemie waarin heel Nederland meer is gaan lopen. De stap vanuit thuis werken en een rondje lopen en je bedenken: ‘ik kan ook wel een telefoontje doen’ is klein. Het 1 op 1 ontmoeten of in een groepje kon in de pandemie alleen maar buiten. Wandelmeetings kregen een positieve connotatie: “dat is een verantwoorde manier om elkaar te zien’. ‘Toen is de waarde extra naar voren gekomen en is het normaler geworden.’

In de situatie waarin thuiswerken de norm werd zagen we steeds meer mensen wandelen en wandelend vergaderen. Is dit volgens jou een tijdelijke of blijvende gedragsverandering?
‘Het is nu de kans om het blijvend te laten zijn, maar organisaties moeten werknemers dan wel faciliteren. Met routes, werkvormen, via ambassadeurs en door het te integreren in de werkmethoden van de organisatie. Bij een grote organisatiedag, bij curcussen of strategiesessies kun je bijvoorbeeld structureel wandelende meetingsessies op het programma zetten en goed uitvoeren zodat mensen ervaren dat het werkt en dat je er meer uithaalt dan een zittende vergadering. Dan raken meer medewerkers bekend met weeting en maak je het normaal.
Uit mijn afstudeeronderzoek dat ik deed in het kader van een MBA bij Nyenrode blijkt ook dat het een samenspel is van dingen waarin alle schakels moeten kloppen. In mijn boek staan die schakels beschreven, Werken in Beweging heeft een goede brochure gemaakt.’

Hoe zorg je ervoor dat wandelend vergaderen een blijvende gedragsverandering wordt en welke taak ligt hier voor de overheid?
‘Dat zit hem allereerst in de fysieke omgeving en het serieus nemen van een loopvriendelijke omgeving. Letterlijk ruimte maken voor lopen. Lopen is zo vanzelfsprekend dat het een blinde vlek is geworden. Ontwerpers, planologen en verkeerskundigen moeten kennis opbouwen en de voetganger in hun programma’s en functieomschrijvingen opnemen. Maar de overheid heeft ook een rol bij gedragsverandering. Campagnes zijn waardevol, zeker in samenwerking met andere organisaties. En de overheid kan natuurlijk het goede voorbeeld geven door wandelmeetings te faciliteren voor werknemers en in te zetten in contact met burgers. Bij gemeenten gebeurt dat steeds meer.’

Als we het hebben over mobiliteit zien we in overheidsstukken dat het veel meer gaat over de auto, fiets of openbaar vervoer. De voetganger wordt vaak vergeten. Hoe kan de overheid de voetganger meenemen?
‘Dat is de precies de vraag waar de City Deal Ruimte voor Lopen zich over buigt. We hebben veel kennis te ontwikkelen op gebied van: ‘Hoe ziet de ideale voetgangersstad eruit, waar hoort het thuis in de organisatie?’ Spelende kinderen, hardlopers, recreatieve wandelaars, ouderen die een ommetje lopen zijn vaak niet te vangen in de logica van de verkeerskunde. Binnen de City Deal Ruimte voor Lopen onderzoeken we dus ook waar de voetganger in de gemeentelijke organisatie het beste gepositioneerd kan worden. Is dat mobiliteit, gezondheid, groen of economie? Bij de meeste gemeenten ontstaat er een werkgroep binnen de organisatie om samen te werken waar meer dan een portefeuillehouder nodig is. In ieder geval is het van belang dat er dedicated geld is, specifiek voor de voetganger.

Met de CityDeal ontwikkelen we kennis en creëren we fysiek aansprekende voorbeelden van de ideale voetgangersstad. Wie erbij nodig is, hoe je dat vangt in beleid met als belangrijk onderdeel Verleiden om te Lopen. We werken ook aan gedragsstimulering. Je hoopt ook dat mensen door buiten te lopen zien dat het te stenig is. Dat meer groen mooier is dan veel tegels, en dat er veel parkeerplaatsen en weinig voetpaden zijn. Dat is een prettige bijkomstigheid van een Weeting.
Het is toch ironisch dat in de sportschool steeds vaker virtuele landschappen worden ingezet tegen de verveling op cardio apparatuur, terwijl je zo de natuur in kunt. Dan heb je niet alleen beeld, maar ook geluid, geur en je voelt de zon of de wind.

Inwoners vinden trottoirs, voetpaden, maar ook groen en bankjes steeds belangrijker, daardoor wordt het voor een gemeente makkelijker om bij herinrichting van de straat die belangen mee te nemen. Als inwoners van een stad zelf de behoefte niet hebben dan werkt het niet.’

Hoe kan het netwerk van Alles is Gezondheid (verder) helpen mensen wandelend te laten vergaderen?
‘Alles is Gezondheid heeft veel ervaring met het creëren van een netwerk in de wereld van de gezondheid. Dat is een netwerk dat gemeentelijke stedenbouwers of verkeerskundigen niet zomaar hebben, hier kan Alles is Gezondheid helpen verbinden. Alles is Gezondheid kan het belang van Verleiden om te Lopen helpen bepleiten bij beleidsmakers die bezig zijn met herinrichting van de publieke ruimte. De inrichting is van cruciaal belang bij preventie van ziektes die gerelateerd zijn aan inactiviteit.

Oproep aan het Alles is Gezondheid-netwerk, deze vier stappen kan elke organisatie met relatief weinig moeite zetten:
– Integreer komend jaar een Weeting in een organisatiedag.
– Plaats de loop- (en fiets-) route van het station naar jouw organisatie prominent bovenaan bij de routebeschrijving op de website.
– Stel een kaartje met weetingroutes beschikbaar aan alle medewerkers.
– Denk 5 minuten na over hoe Weeting specifiek in jouw beroep een plek kan krijgen.’

Terug

The Wisdom of Trauma

16 maart 2022

Op 31 maart 2022 organiseerde Alles is Gezondheid met partners Proscoop en Emovere een webinar over de documentaire The Wisdom of Trauma. Met experts en kijkers gaan we in gesprek over de impact van trauma, wat we hiervan kunnen leren en hoe we hier op een helende manier mee kunnen omgaan.

BEKIJK HIER DE UITZENDING:

Sprekers

In het webinar reflecteren de volgende gasten op de film:

  • Anne Marsman, psycholoog, lichaamsgericht traumatherapeut i.o. en gepromoveerd op de lange termijn gevolgen van ingrijpende gebeurtenissen in de jeugd.
  • Maarten Smetsers, ervaringsdeskundige en coach. Door ervaring ziet hij lichamelijke en/of emotionele klachten als kompas.
  • Marieke Gielen, arts en bewustzijnscoach, met focus op bewustzijnsgroei over de verbinding tussen lichaam-geest-ziel en natuur
  • Mia Wessels, arts, therapeut en host van het webinar. Zij richtte De Jonge Dokter op en presenteert de podcastserie Humanizing Healthcare over een nieuw paradigma in de zorg.

In totaal meldden zich meer dan 500 mensen aan voor het webinar. Na de uitzending gingen kijkers in met elkaar in gesprek (via Zoom) over wat je zou kunnen toepassen in de eigen omgeving en wat daarvoor nodig is. Hier is geen verslag van. Verder zien we reacties op LinkedIn, zoals de post van ACE Aware en een blog van Elske Zwart.

Wisdom of Trauma

De documentaire kan je hier in zijn geheel bekijken (tegen een zelf te bepalen vergoeding). Dit is de trailer:

In de documentaire Wisdom of Trauma deelt de Canadese arts Dr. Gabor Maté zijn ideeën, kennis en praktijkervaringen in het veld van trauma. Hij laat zien wat hij doet om de cyclus van onbegrip en overmedicalisering te doorbreken. Waarom kijken we niet meer naar wat er bij iemand is gebeurd dat zoveel pijn heeft veroorzaakt?

In het webinar bekijken we hoe we het zorgsysteem en onszelf kunnen verrijken met specifieke inzichten over wat trauma is, hoe het ontstaat, hoe het zich uit en hoe we deze kennis kunnen integreren in de praktijk om de aanpak van trauma te optimaliseren.

Gabor Maté ziet vele mogelijkheden voor herstel als we begrijpen hoe trauma ons welzijn beïnvloedt en als er in alle domeinen écht wordt geluisterd naar wat pijn ons leert en wil vertellen. Maté besteedt aandacht aan de vervorming van mens en systeem en wat we daarvan kunnen leren.

Zie Mij Nu

Lees hier de openhartige verhalen over onbegrepen lichamelijke klachten van jongeren en hoe (zorg)professionals hier mee omgaan.

Netwerkadviseur (Mentale) Gezondheid & Zorg

Terug

LIVECAST: Rediscovering Health terugkijken?

16 november 2021

De LIVECAST: REDISCOVERING HEALTH gaat over verwondering, nieuwe sporen en veranderende gewoontes. Op deze pagina kun je de uitzending van 9 november 2021 (volledig of in delen) terugkijken en tref je links aan naar slides, sprekers en tips om verder te lezen. Voel je vrij alle video’s en informatie te delen met bekenden, collega’s of vakgenoten.

Bekijk hier de volledige liveregistratie vanuit de Prodentfabriek in Amersfoort:

Programma en sprekers

De uitzending bestaat uit zes blokken van circa 15 minuten met: Thijs Launspach (stressexpert, auteur), Giel Beelen (Radio DJ, KUKURU), Mia Wessels (arts, podcast host), Arjen Heus (PLYGRND.city), Gerald Angelista (bewoner Reigersbos), Marieke Schatteleijn (boswachter, TV presentator), Barbara Koenis (Ziekenhuisgroep Twente) Rachelle van der Linden (Creatinc.), Daan Bultje (Healthy Ageing Network Noord NL), Karen van Ruiten (Alles is Gezondheid) en presentator Marianne van den Anker (NPO). Deel twee bevat de registratie van een speciale livestream met Dr. Alex Jadad en Machteld Huber (iPH).

Thema: Rediscovering Health

We herontdekken gezondheid en leefstijl. Zoeken naar de mentale balans. Voelen dat vitaliteit aan kracht wint. Zien het belang in van het lokale. Werken aan solidariteit tussen generaties. En vinden cross-overs tussen branches en sectoren. Maar hoe zetten we (positieve) gezondheid op het goede spoor? Wat kunnen we samen oppakken? Hoe zorgen we voor vernieuwing?

Uitzending in blokken

Blok 1 met Thijs Launspach
Thijs Launspach is psycholoog, TED(-x) spreker, gastdocent, columnist en bestsellerauteur (Fokking Druk, Werk kan ook uit en  Managing Millennials (2019). Thijs is gespecialiseerd in (werk)stress, burn-out en millennials. In de livecast gaat Thijs in op de herontdekking van onze mentale gezondheid en het vinden van een gezonde (stress)balans. Zeker van belang in sectoren zoals zorg en onderwijs waar burn-out cijfers hoog zijn…

Bekijk de clip/video:

Meer weten:

Blok 2 met Marieke Schatteleijn en Barbara Koenis
Over de wisselwerking tussen groen, natuur en gezondheid gaan we in gesprek met de ‘TV boswachter’ van Staatsbosbeheer Marieke Schatteleijn en Programmamanager Oncologie Barbara Koenis van Ziekenhuisgroep Twente die de eerste Positieve Gezondheid tuin in Nederland gaat aanleggen.

Bekijk de slides
Bekijk de clip/video:


Blok 3 met Mia Wessels
Mia Wessels is arts, oprichter van De Jonge Dokter en platform Metanoia, coach, therapeut i.o. en host van een podcastserie over Humanizing Healthcare (van cure naar care). In het gedicht ‘Het meest waardevolle goed’ deelt Mia haar persoonlijke verhaal over de betekenis van gezondheid en haar reiservaring op weg naar een nieuw paradigma in de zorg(sector).

Bekijk de clip/video:

Blok 4 met Arjen Heus en Gerald Angelista
Met liefde werken aan gezonde en sociale buurten: in dit blok duiken we de wijk in met stadsmaker Arjen Heus van PLYGRND.city en Hoodlab. Wat gebeurt er als je vanuit een buurtwoonkamer in een zeecontainer met de bewoners in gesprek gaat? Bewoner Gerald Angelista uit Reigersbos vertelt het je uit eigen ervaring.

Bekijk de clip/video:

Meer weten:

Blok 5 met Rachelle van der Linden en Daan Bultje
Gezondheid loont in Noord Nederland: creatief ondernemer Rachelle van der Linden en Healthy Ageing Network voorman Daan Bultje laten zien hoe gezondheidskaart PLUK concreet kan helpen om meer inwoners positief gezond te krijgen.

Bekijk de slides
Bekijk de clip/video:


Blok 6 met Karen van Ruiten en Giel Beelen
Programmadirecteur Karen van Ruiten gaat in op de impact van het netwerk, de samenwerking met iPH en schetst de toekomst van Alles is Gezondheid. Daarna ontdekken we met Radio DJ en KUKURU oprichter Giel Beelen de waarde van ochtendrituelen en het toepassen van het Life SAVERS concept.

Bekijk de slides
Bekijk de video:

Meer weten

Bonus: met Alex Jadad en Machteld Huber
Speciale livestream met de Canadees-Colombiaanse arts, filosoof, leraar, onderzoeker en innovator Dr. Alex Jadad. Alex is auteur van het boek ‘Trusted networks for Health & Care’ en verantwoordelijk voor de stelselherziening van de zorg in Colombia. Ook stond hij 10 jaar geleden met Machteld Huber (iPH) aan de wieg van de beweging van Positieve Gezondheid. Machteld pakte dit op met het bekende spinnenweb en Alex ging er mee aan de slag in  een netwerkbenadering. Nu leggen we de verbinding weer en zien dat beide uitwerkingen nodig zijn. 

Meer weten

Gezonde en sociale buurten

Hoe kunnen wijkbewoners met professionals constructief samenwerken aan gezonde en sociale gemeenschappen?

Samenwerking iPH

Krachtenbundeling voor een Positief Gezond Nederland. Met iPH gaan gezamenlijk de uitdaging aan om te zorgen voor een gezonder en vitaler Nederland.

Samenwerken

Hoe kunnen we door publiek-private samenwerking kunnen bijdragen aan preventie, gezondheid en welzijn?

Terug

Gezond gesprek Chantal Linders: We laten zien dat het kan!

16 februari 2021

Greenhabit ondersteunt mensen bij duurzame gedragsverandering en richt zich op persoonlijke groei, veerkracht en creëren van gezonde gewoontes. Werkgevers kunnen Greenhabit inzetten voor de ontwikkeling van hun medewerkers. Een initiatief dat werkt en inspireert. Reden genoeg voor Karen van Ruiten een gezond gesprek aan te gaan met initiatiefnemer Chantal Linders.

Hoe en vooral waarom ben je met Greenhabit begonnen?
‘Ik ben ermee begonnen omdat ik in mijn eigen gezondheid een enorme switch gemaakt heb van 20 jaar antibiotica slikken en een chronische blaasontsteking tot gezond zijn. Een gesprek bij een mesoloog liet mij zien dat je in staat bent als mens je eigen ontstekingen op te lossen door in mijn geval andere voeding. Ik wilde hierdoor meer leren over het menselijk lichaam en ik ben voedingsleer gaan doen. In mijn hart wilde ik mensen hiermee helpen, maar dan wel veel mensen tegelijk. En er is maar één manier om een grote beweging op gang te krijgen: via een mobiele telefoon. Zo is mijn idee geboren. Intussen hebben bijna 1500 mensen meegedaan.’

Wat is het idee achter Greenhabit?
‘Zoveel mogelijk mensen helpen langer gezond te leven door het ontwikkelen van veerkracht en zelfregie. Vanaf dag één was het mijn wens niet het laaghangend fruit te benaderen, maar juist de mensen die het moeilijk hebben, die zich eenzaam voelen, die de taal niet spreken, die in de fabriek werken. Daarom hebben we de game al in drie talen beschikbaar. De sociale community in de game is zo krachtig dat mensen zich daar erg gesteund en gehoord voelen. Het delen van mooie dingen maar ook moeilijke dingen stimuleert en dat is veel gaver dan dat je tien kilo af bent afgevallen.

Veel mensen houden de game vol. Hoe komt dat?
‘Mensen houden het met name vol doordat je de reis met een buddy maakt, iemand uit je privé-omgeving. Zo voel je de steun in de kieren van de dag. In de App-store schrok ik van de driehonderdzestigduizend lifestyle apps, allemaal gericht op onze fysieke gezondheid, beweging, voeding en ontspanning. Maar zijn we geholpen met een App die leert dat broccoli gezond is? Daar worden mensen niet gelukkig van en het gaat uiteindelijk om dat geluksgevoel. Met die kennis wilde ik iets maken wat duurzaam is en niet maar heel even mensen in beweging zet.

Mensen kunnen meedoen vanuit hun eigen, doelstelling. Het gaat om gedragsverandering. Zien we dat terug in de opdrachten in de game?
Iedereen kiest zijn/haar eigen hoofddoelen maar de basis van het programma is voor iedereen gelijk. Zo doorloop je gebieden die je gezondheid positief beïnvloeden zoals, gezonde voeding, de invloed van de natuur, andere mensen helpen en meedoen. We leren mensen door een andere bril kijken en omgaan met situaties, zodat ze emotioneel in balans blijven. De aanpak sluit aan op het gedachtegoed van Positieve Gezondheid en het is mede gebaseerd op het ijsbergmodel van McClelland, waar het gedrag van mensen is wat je boven water ziet en het gevolg van hoe ze zich, onder water, voelen. Daar waar al je drijfveren, dromen, normen en waarden en gedachtes vandaan komen. Op het moment dat je hierin kunt sturen kun je jezelf anders gaan gedragen.

In de spelopdrachten komt het idee van minimaliseren terug, maar via de opdrachten verdienen spelers punten. Wat kunnen ze met die punten doen? Iets kopen?
‘We zijn zo gemakkelijk geworden, we bestellen alles wat we nodig hebben. Van niets kopen word je innerlijk rustiger. Daar willen we de deelnemers bewust van maken. We geven mensen opdrachten om hun comfort zone te verlaten. Maak een praatje met een vreemde, koop een maand niets voor jezelf, doe iets betekenisvols voor een ander. Met Greenhabit-beloningen kun je niet ergens iets kopen. Je kunt bijdragen aan een goed doel of je krijgt iets en als je dat niet leuk vindt geef je het weg om iemand anders gelukkig te maken. We proberen mensen bewust maken dat consumeren niet bijdraagt aan geluk.’

Jullie analyseren data op gebied van kwaliteit van leven, kun je dat toelichten?
‘In de game zit een reflectiemodel waarbij je elke dag even terugblikt. Door dat dagelijks reflecteren ontstaan die gewenste nieuwe gewoonten in je brein. En wij meten aan de achterkant die veranderingen in de kwaliteit van leven. We doen een nulmeting en stellen elke vier weken vragen. Dat resulteert in data waarin we kunnen zien in op welke gebieden welke mensen iets nodig hebben en waar de progressie zit. We maken deze waardevolle data over het welzijn van hun mensen geanonimiseerd beschikbaar voor werkgevers. Zelf gebruiken we de informatie voor opschaling en doorontwikkeling. We zijn nu via algoritmes bezig met gepersonaliseerde content. Daarmee wordt het nog leuker om mee te doen.’

Zijn er punten waarop je juist nu in coronatijd behoefte ziet voor de BV Nederland of voor werkgevers?
‘Wat ik vooral zie is dat vitaliteit een containerbegrip is geworden. Iedereen praat over de gezondheid van mensen, maar al die duizenden workshops en trainingsdagen hebben op lange termijn bijna geen effect. Eigenlijk moet je als  zorgen dat de mensen die nog niet zijn uitgevallen niet uit gaat vallen door ze tools te bieden waarmee ze op lange termijn veerkracht ontwikkelen en een goede balans. Daar heb je op lange termijn plezier van. Ik denk mensen in de kern geholpen willen worden en rust willen voelen in plaats van nog meer stress over alle workshops die ze moeten volgen.’

Hoe bereik je die doelgroep die thuis zit en jouw app nodig heeft?
‘Ik werk samen met werkgevers. Die betaalt deelname, ook voor die medewerker die het moeilijk heeft en thuis zit of die in de productie staat en het niet breed heeft. Anderzijds probeer ik de patiëntengroepen via zorggroepen te bereiken. Je kunt wel wachten tot de zorgverzekeraar betaalt, maar je moet eerst aantonen dat het werkt. We willen ook mensen bereiken die een uitkering hebben en die ongezond eten, thuis zitten en weinig bewegen. In samenwerking met Janneke Wittekoek van Heartlife klinieken gaan we de game nu ook inzetten voor vrouwen. Daarnaast gaan we een foundation oprichten waarin we een deel van de opbrengsten gebruiken om mensen die het niet zelf kunnen betalen toch te helpen. We gaan niet wachten op de overheid. We laten zien dat het kan. Iedereen moet mee kunnen doen vinden wij.’

Er doen ook patiëntengroepen mee aan de game. Kun je daar iets meer over vertellen?
‘We hebben metingen gedaan met groep hartpatiënten en in die social community met mensen die elkaar niet kenden, zagen we bijzondere effecten. Sommigen konden al na zeven weken hun medicatie afbouwen want ze voelden zich goed. Mensen worden in hun hart weer gezond doordat ze gesteund worden door anderen. Je verandert je mindset. Het effect van lotgenoten die elkaar helpen is zoveel gaver dan een platform waar je iets kunt lezen over je bloeddruk of over hoeveel broccoli je moet eten per dag. Daar zie ik mooie kansen.  Lotgenoten die zich geen patiënt voelen en samen de game spelen. Het gaat daarbij niet om de aandoening, het gaat om de manier waarop je mensen activeert, het vlammetje weer aanwakkert en mensen verbindt.’

Werkt je samen met partners? Hoe kun je support ontvangen van het netwerk van Alles is Gezondheid?
‘We werken nu samen met Universiteiten, met zorggroepen, met vitaliteitsbedrijven en arbodiensten en zoeken altijd versterking via partners. Ik geloof heel erg in de kracht van bundelen en kennis delen. Wij hebben bijvoorbeeld veel domeinkennis en kennis van gamification, algoritmes, die we inzetten om gedragsveranderingen teweeg te brengen. Een samenwerking met benefitprogramma’s of bijvoorbeeld Food First Network waarin we begeleiding en beloning kunnen koppelen zie ik wel voor me. Volgens mij kunnen we niet zonder krachtenbundeling als we willen bereiken dat het altijd voor iedereen makkelijk is om aan je gezondheid te werken.’

Als jij vijf of tien jaar vooruit durft te dromen, wat zou jij voor Greenhabit wensen?
‘We zitten nu in de fase dat we aan het valideren zijn met de Universiteit van Barcelona en de Universiteit van Maastricht. Als we het effect hebben aangetoond, dan is het mijn droom dat iedereen in Nederlanden Europa deze journey kan maken. Het gaat erom dat je mensen intrinsiek gemotiveerd krijgt en houdt om de kwaliteit van hun leven te verhogen. Het aantal mensen dat leefstijl gerelateerde aandoeningen heeft, zoals diabetes type twee blijft stijgen. Als we die mensen door het veranderen van hun mindset kunnen helpen op lange termijn, dan hebben we een hele mooie missie.’

Meer Greenhabit

Blogs, prijzen, elementen, uitleg, referenties en meer

Gezond Gesprek

Karen van Ruiten is in gesprek met het netwerk.