Terug

Estafetteblog #3: inclusie en laaggeletterdheid

30 augustus 2018

Alles is Gezondheid is een netwerk van, voor en door duizenden partners. ‘De Estafette’ is onze doorgeefblog waarin partners kennisdelen en durven te vragen. Een blog waar we allemaal wat aan hebben.

Kathelijne Bessems stelde in haar vorige blog de vraag: ‘Hoe kunnen we ervoor zorgen dat laaggeletterden ook zelfstandig mee kunnen doen aan de dagelijkse verantwoordelijkheden?’ Marja Henssen, beleidsmedewerker Laaggeletterdheid en Basisvaardigheden bij SCHUNCK*, geeft antwoord.

Alvorens antwoord te geven op de vraag van Kathelijne is het belangrijk te beseffen dat niet alle ‘laaggeletterden’ zichzelf als zodanig herkennen. Zij hebben moeite met lezen, schrijven, rekenen en of computervaardigheden en hebben daarmee ‘leren leven’. Met ondersteuning van familie, vrienden en professionals hebben zij vaak een eigen netwerk dat hen helpt met hun financiën, ’moeilijke’ brieven van de belastingdienst, gemeente of het UWV. Wie zijn wij, professionals, om te zeggen dat dit niet goed is of anders moet?

Gesprekken met taalambassadeurs (voormalig laaggeletterden) en cursisten aan onze (taal)trajecten hebben mij geleerd dat we naar hen moeten luisteren. Wat zijn hun behoeften, wat willen zij bereiken en waar liggen hun interesses? Wat motiveert hen om hun vaardigheden te willen verbeteren? Belangrijk is dat we beter begrijpen wat deze mensen motiveert, zodat we ze goed kunnen benaderen. Wat daarbij kan helpen zijn de persona’s zoals die door Lost Lemon beschreven zijn in hun onderzoek ‘Laaggeletterden in beeld’.

De handvaten die zij geven, maakt het werven van mensen met beperkte vaardigheden niet persé gemakkelijker, maar zorgt er wel voor dat je de doelgroep op een andere manier benadert. Zorg dat professionals en vrijwilligers weten hoe zij ‘laaggeletterden’ kunnen herkennen en hoe ze het gesprek kunnen aangaan. Maak samen een inventarisatie van activiteiten en sluit daar waar mogelijk bij aan. Ga samen met de doelgroep en partners op zoek naar passende activiteiten of creëer deze. Voor het ophalen van de vraag is de inbreng van professionals en vrijwilligers die ‘achter de voordeur’ komen van wezenlijk belang. Zij hebben immers een vertrouwensband en kunnen daardoor makkelijker het gesprek aan gaan.

Daarnaast heb je een netwerk nodig van organisaties en instellingen die het belang van een gezamenlijke aanpak onderschrijven, want door inbreng van ieders expertise voorkom je dat de ‘laaggeletterde’ overstelpt wordt door aanbod en afhaakt. Je kunt zo, in samenspraak met de doelgroep, gerichter aanbod ontwikkelen en gebruik maken van elkaars netwerken.

Een goed voorbeeld van integrale samenwerking om laaggeletterden te helpen is het Bondgenootschap Geletterdheid Parkstad. Dit bondgenootschap bestaat uit 36 organisaties en instellingen die gezamenlijk, vanuit hun eigen expertise een bijdrage leveren aan het verbeteren van basisvaardigheden van burgers en eigen werknemers. Zo organiseert de WSP Parkstad taal- en rekenlessen in het eigen openleercentrum, de Rabobank Parkstad Limburg organiseert budgettrainingen voor cliënten die financiële problemen hebben, het UWV verwijst niet-digivaardige werkzoekenden door naar Klik & Tik cursussen in de bibliotheken en het expertisecentrum Taal van het ROC Arcus ondersteunt de medewerkers en taalvrijwilligers van Taalhuizen in de Parkstadbibliotheken.

Marja’s doorgeefvraag

De toenemende aandacht van deze organisaties voor laaggeletterdheid en het beschikbaar stellen van middelen is een positieve ontwikkeling. Maar hoe voorkomen we dat dergelijke initiatieven uitmonden in losstaande projecten die na de subsidieperiode ophouden te bestaan? Hoe zorgen we ervoor dat (gezondheids)initiatieven worden omgezet in structureel beleid? Wilt u antwoord geven op deze vraag? Mail dan naar info@allesisgezondheid.nl.

Reageer

Wilt u reageren op deze doorgeefvraag? Laat het ons weten: info@allesisgezondheid.nl