Terug

Van stapelbanen naar gedeeld werkgeverschap

1 mei 2020

Stapelaar tegen wil en dank, maar het kan gezonder

Stapelbanen. De één kiest ervoor om afwisseling te brengen in de werkweek, de ander wil ervan leren en zich ontwikkelen, maar voor de meesten is het extra inkomen een noodzaak. En bij die ‘meesten’ heb je het volgens het CPB (pré corona) over 600.000 werkenden die aan het eerste  inkomen niet genoeg hebben om rond komen. Grofweg 350.000 mensen combineren twee banen in loondienst, terwijl 250.000 mensen een baan aanhouden naast hun werk als zelfstandige (SER [1]). Meerdere banen stapelen is nodig om uiteindelijk te komen tot economische onafhankelijkheid.

Neem bijvoorbeeld schoonmaker Bridget Loos (55) [2], werkzaam op de spoedeisende hulp van het Amphia Ziekenhuis, die vanwege het fysiek zware werk maximaal 28 uur voor € 14.75 per uur mag werken. Om rond te komen (en ook omdat het leuk is) werkt ze achter de bar bij café Bril Jantje in Breda. Of Yucel Yildirim, die al 9 jaar werkzaam is in een distributiecentrum voor € 11,47 per uur, maar niet meer dan maximaal 29 uur per week  omdat het beter roostert!  Nu spurt hij elke dag om vijf voor half drie weg om op tijd bij zijn volgende werkgever te kunnen beginnen. Of één van de vele anderen die fulltime hetzelfde werk fysiek of mentaal niet meer trekken.

Afwisseling van werk en taken, minder eenzijdig en meer uitdagend, maakt dat je gezonder oud wordt. Op het oog lijken stapelbanen dan ook een aantrekkelijke oplossing.  Voor een werkgever zijn deeltijdbanen flexibeler en minder risicovol, maar het ongemak wordt doorgeschoven naar de werkende. Het ongemak van twee werkgevers bestaat uit plannings- en afspraakperikelen: denk aan vakantieplanning, delen van zorgtaken met de partner, maar ook problemen met overwerk omdat de volgende baas wacht waarmee extra inkomsten voor bijvoorbeeld onze eerder genoemde Yucel niet meer mogelijk zijn, administratieve lastenverzwaring door inhoudingen en toeslagen die later weer verrekend moeten worden en wie draagt bij aan leren en ontwikkelen van de werkende?

Gedeeld werkgeverschap

Voor een deel van de stapelaars, met name voor de meer kwetsbare werkenden op de arbeidsmarkt, zou gedeeld werkgeverschap een oplossing kunnen zijn. Eén werkgever die over de verantwoordelijkheid en kosten afspraken maakt met de andere werk- of opdrachtgever. Eén werkgever levert rust door grotere voorspelbaarheid, continuïteit van inkomen, meer inkomen omdat de loonheffingskorting maar op één baan kan worden toegepast, minder toeslagenperikelen, kortom minder stress. Voor de groep die uit financiële noodzaak banen combineert noemt de SER het ‘wenselijk de combinatie van werk tot één baan gemakkelijker mogelijk te maken’.

Maatschappelijke impact

Ik ben er van overtuigd dat investeren in duurzaam gedeeld werkgeverschap/opdrachtgeverschap loont, sterker nog door Erasmus MC is dat al aangetoond 3. Zowel vanuit werkgeversperspectief, vanwege meer beschikbare arbeidsuren en kostenverlaging door meer flexibilisering (zonder rafelrandjes), als vanuit een beter opgeleide en beschikbare groep werkenden. En niet in de laatste plaats door de afname van maatschappelijke gezondheidskosten … want werken is gezond [3].

Als dit een thema is dat je raakt en waarover je verder wilt praten dan wel actie wilt ondernemen, neem dan contact op met Piet Vessies 📞06 – 53 31 89 66

[1] SER verkenning – de vele kanten van banen combineren – maart 2018
[2] Vaak tien corona-kamers op een dag, en geen bacterie mag het overleven, De Volkskrant 8 april 2020
[3] Wat zijn de maatschappelijke kosten en baten van een succesvolle banenafspraak? Lex Burdorff, ErasmusMC

Netwerkadviseur bedrijven en gezondheid