Zorg, morele grens of maatschappelijke capitulatie?
Gisteren bekeek ik het recente interview met Jim van Os over jongeren, media en GGZ. Een gesprek dat scherp blootlegt hoe kwetsbaar jonge mensen vandaag de dag zijn, en hoe sterk hun binnenwereld wordt beïnvloed door de buitenwereld: sociale media, prestatiedruk, online idealen en het ontbreken van een dragende gemeenschap. Op dezelfde dag las ik verschillende berichten over het initiatiefwetsvoorstel van D66 en Volt dat beoogt de strafbaarstelling van euthanasie en hulp bij zelfdoding door artsen op verzoek uit het Wetboek van Strafrecht te schrappen.
Deze combinatie — het toenemende psychische lijden van jongeren én de roep om euthanasie ‘normaler’ te maken — roept bij mij vele vragen op. Eén ding staat voor mij vast: ik maak mij grote zorgen over de morele staat van onze samenleving. Quo vadis? Waar gaan wij heen? Wat volgt is mijn reflectie.
De vraag die een samenleving tekent
Euthanasie bij jongvolwassenen met psychisch lijden is een van die vragen die de ziel van een samenleving blootlegt. Het is geen technische kwestie van protocollen of richtlijnen. Hier gaat het om moraliteit. Om menselijkheid. Om het fundament van onze zorgcultuur en zoals Roek Lips dat mooi stelt: Wie kiezen wij te zijn?
Nederland heeft, als een van de weinige landen ter wereld, een juridische praktijk waarin euthanasie bij psychisch lijden mogelijk is. Juridisch is het geen misdaad: een arts die handelt volgens de Wet toetsing levensbeëindiging blijft binnen de wet. Maar wetten geven geen moreel kompas. Wat wettelijk is toegestaan, is niet automatisch moreel verantwoord. En precies daar schuurt het in dit dossier diep.
De kern van de spanning: zorg of capitulatie?
Wat betekent het om als art en als samenleving, het leven te beëindigen van een jong mens dat ondraaglijk psychisch lijdt? Is dat de meest intieme vorm van zorg of overschrijden we daarmee een morele grens, waar compassie langzaam overgaat in capitulatie?
Het narratief van zorg
Voorstanders benadrukken dat psychisch lijden net zo werkelijk en ondraaglijk kan zijn als lichamelijk lijden. Sommige jongeren hebben jarenlange therapieën, opnames, medicatie en interventies doorlopen. Autonomie en waardigheid wegen zwaar: het recht om niet langer te hoeven lijden als werkelijk alle perspectief verdwenen is. In deze visie is euthanasie een laatste, moedige daad van compassie: het erkennen van menselijk lijden dat groter is dan de draagkracht van het leven zelf.
Het narratief van morele grensoverschrijding
Maar er klinkt een ander geluid. Steeds luider en steeds breder gedragen door artsen (waaronder psychiaters), ethici en professionals in de jeugdsector. Psychisch lijden is fluïde. Het verandert. Het beweegt mee met relaties, context, tijd, betekenissen. Jongvolwassenen zitten nog midden in de vorming van identiteit en hersenontwikkeling. Wat vandaag uitzichtloos lijkt, kan morgen een nieuwe opening tonen.
De werkelijkheid van jongeren ontstaat niet alleen in het hoofd maar wordt diep gevormd (misvormd) door de omgeving: prestatiedruk, digitale intoxicatie, hypervergelijking en het ontbreken van betekenisvolle sociale structuren. Jongeren zijn daardoor niet alleen kwetsbaarder — ze zijn ook meer afhankelijk van een samenleving die hen ondersteunt, draagt, begrenst en helpt betekenis te vinden.
Wanneer die samenleving faalt, ontstaat het gevaarlijke misverstand dat het individu ‘ongeneeslijk ziek’ zou zijn, terwijl vaak de context ziekmakend is. Vanuit dat perspectief is euthanasie geen zorg, maar een risicovolle verschuiving van het medisch ethos: van beschermen naar beëindigen, van nabij blijven naar opgeven, van troosten naar toestaan.
Het morele hart van de kwestie
Dit debat wordt vaak met het hoofd gevoerd en dient veel meer een dialoog te zijn in balans met het hart waarin moraliteit en de ziel van de zorg worden bezien.
- Welk licht werpen wij op de waardigheid van psychisch lijden?
- Wat betekent ‘uitzichtloosheid’ in een jong leven dat nog in beweging is?
- Wanneer wordt autonomie een last die de samenleving te makkelijk teruglegt op de schouders van een kwetsbare jongere?
- Hoe voorkomen we dat onze samenleving zelf problemen veroorzaakt (angst, dwang, lijden) die vervolgens als onbehandelbaar worden beschouwd?
- Wat is de werkelijke staat van onze GGZ en wat heeft deze nodig. Niet om het goed te doen maar het goede?
De Eed van Hippocrates was eeuwenlang glashelder: zorg, bescherm, heel — en dood niet. De moderne tijd heeft deze grens echt opgerekt en dat maakt de morele vraag des te dringender:
Kunnen we een zorgcultuur bouwen op compassie zonder die compassie te verwarren met capitulatie?
Het bredere maatschappelijke dilemma
We leven in een tijd waarin psychisch lijden toeneemt, of in elk geval luider hoorbaar wordt. Vooral onder jongeren. Eenzaamheid, prestatiedruk, sociale isolatie, gebrek aan bestaanszekerheid… dit zijn geen individuele problemen. Ze ontstaan in onze maatschappelijke structuren: neoliberalisme, meritocratie, secularisatie, digitalisering. Jongeren worden niet alleen ziek in hun hoofd, ze worden ziek in en door hun omgeving. De toxische context.
De vraag is dus niet alleen:
Als een jong mens de moed verliest, is dat dan zijn falen?
De werkelijke vraag is:
Is het misschien ons falen?
Euthanasie bij psychisch lijden legt precies daar de vinger: niet op de persoon, maar op de samenleving en ook op de werkzaamheid en het falen van de GGZ.
De essentie
De vraag of euthanasie bij jongvolwassenen zorg is of moord, is te simplistisch. Maar het is wél een manier om de spanning voelbaar te maken. Juridisch is het zorg en moreel komen we op een terrein waar de grenzen vervagen, waar compassie en capitulatie elkaar raken, waar de samenleving een keuze moet maken over haar eigen mensbeeld. De diepste vraag is misschien deze:
Wanneer we het lijden van een jong mens ‘uitzichtloos’ noemen, geven we dan zorg of geven we op?
Dit is een trage vraag.
Een vraag die moed vraagt.
Een vraag die een samenleving vormt.
En daarom verdient deze kwestie geen snelle antwoorden, maar een moedige, volwassen maatschappelijke dialoog.
Doet u mee?
Relevante en interessante links
Interview Wico Mulder, Dutch Health Hub: ‘Kijk holistisch naar mentale gezondheid jongeren’
Blog bij SWP: Mentaal welzijn en veerkracht jongeren: ‘We hebben in onze maatschappij (en onderwijs) een hyperfocus op IQ.
Interview in Augeomagazine: ‘Meer mensen zouden het kwetsbare gesprek moeten kunnen voeren’
De OERsterk Podcast: ‘De mentale gezondheid jongeren verdient meer aandacht.’